blog placeholder

In de vroegere tijd, nog voor er geld bestond, ruilden mensen hun eigendommen. Geld is gemaakt om de ruilhandel wat makkelijker te maken. Maar is er nog wat over gebleven van die ruilhandel of hebben we het misbruikt.

Geld, het leek een ideaal te zijn voor de mensen in de vroegere tijd. Je hoefde niet meer met je stoelen te gaan zeulen om bij de boer verderop te gaan ruilen voor je aardappelen en groenten. Je spullen konden blijven staan waar je ze had neergezet.

Een karweitje doen voor een boer, en dan werd er uitbetaald in de vorm van eten. Maar je kon nooit een appeltje voor de dorst bewaren, want immers waren ze niet echt lang houdbaar. En wat gebeurde er, als de boer zijn meubeltjes bij elkaar had gespaard die hij wilde hebben? Hield dan het verschaffen van voedsel op, want je hebt immers geen ruilmiddel meer?

Geld is dus heel handig gebleken. je kon dus werken voor de boer. En een gedeelte van je geld besteden aan eten, de rest bewaren tot je nieuw eten nodig had. Zelfs als je te ziek was om te werken, dan nog had jij dan dat appeltje voor de dorst.

Op deze manier was iedereen in elk jaargetijde, verzekerd van zijn eten.

En wat is er tegenwoordig over gebleven van die ruilhandel? Is het nu nog zo handig, of hebben we er met zijn allen schuld aan dat het als pressiemiddel wordt gebruikt, of om status te kweken? Heel af en toe zien we nog de “oude stijl” van de oude normen en waarden van het geld. In kringloopwinkels bijvoorbeeld waar je voor weinig heel veel kan meenemen. Of op de vlooienmarkt. Sommigen vinden dit wereldje heerlijk om in te vertoeven. Uren struinen op de vlooienmarkt, op zoek naar iets kostbaars voor heel weinig, en de voldoening dat men er niet de hoofdprijs voor hebt betaald. Het is de manier van leven van de vroegere tijden. De rijkere mensen noemen het zelfs antiek, en zijn daar dan zeer trots op.

Vandaag de dag is geld eigenlijk niet meer de verzekering dat je ten alle tijden te eten hebt, maar eerder het tegenovergestelde. Alle regels die men er aan verbonden heeft, zorgt er voor dat er te grote verschillen zitten tussen arm en rijk. En tevens de afhankelijkheid is te groot, want zonder geld is men nergens meer in de huidige samenleving. zonder geld, geen huis, geen spullen, geen eten. Dus met andere woorden, geen leven. Het tegenovergestelde van “een appeltje voor de dorst” verdwijnt naar de achtergrond, en de nieuwe kijk op geld is geboren: Zonder geld besta je niet” simpelweg gezegd.

Gewoon tijdelijk bij iemand werken zodat je wat geld hebt, is overgenomen door de uitzendbureau`s die beslissen of jij werkt of niet. Oppassen op iemands kinderen voor wat geld, is overgenomen door de regering met zijn subsidies en reglementen. Indien je wel op de “oude” manier werk vind, noemen ze dit zwart werken, omdat de wetgeving een registratie vereist zodat men belastingen kunnen heffen. Maar door alle “goede voorzieningen” die we in dit land hebben, is dit bijna een onmogelijkheid geworden om op een andere manier je geld te verdienen.

Zelfs je gezondheid is in gevaar, zonder het hebben van geld. Immers heb je een zorgverzekering nodig om alle dure medicijnen en behandelingen voor je aan te schaffen. Dus gewoon een doktersbezoek met een kilootje aardappelen onder je arm als aanbetaling zit er al heel lang niet meer in. En werken voor de kost, zal moeten gebeuren nadat je een heleboel geld hebt neergeteld voor een studie. Want zelfs iemand zijn bed verschonen moet je tegenwoordig bijna een docter andus voor je naam hebben staan. En op deze manier is het voor de minder slimme mensen onder ons bijna een onmogelijkheid om een baan te vinden die dan genoeg betaald voor een appeltje voor de dorst. De ruilhandel is daarmee voorgoed beeindigd.

Alle verzekeringen die er in dit leven dan bij worden gecreeerd lopen gigantisch in de vele vormen van een garantie  te kunnen geven voor het appeltje. Een appeltje voor je oude dag, een appeltje voor als je arbeidsongeschikt raakt, een appeltje voor als je huis in rook opgaat. Overal bestaan de verschillende appeltjes in alle soorten en maten. Tenminste als je het geld er voor hebt om ze allemaal af te sluiten dan.

Indien je dit dus ook niet hebt, in je slechte periode die je doormaakt op jongere leeftijd, dan krijg je in iedere geval wel een garantie mee dat je oude dag er al niet beter uit kan zien. Want immers, hoe langer je verzekerd bent, hoe meer appels je spaart.

Een kringetje waar dus niet uit te komen valt, mits je de beschikking hebt over geld. Geleend geld meestal dan welliswaar. Iedereen die zegt vol trots: “Ik heb een huis gekocht”, komt bedrogen uit in deze tijd. Deze mensen weten wel beter, want immers de banken bezitten jouw huis, en niet jijzelf. En indien je huis van jezelf is, heb je vaak te maken met gemeentegrond die kan beslissen om een rijksweg langs jouw huis te laten bouwen.

Iedereen die denkt een appeltje voor de dorst te kunnen maken door een pensioen te nemen, komt ook vaak bedrogen uit als men ineens een verzorgingstehuis in belandt en je net zoveel overhoudt als je medebewoners zonder opgebouwd pensioen.

Op deze manier worden alle garanties dus aan reglementen verbonden, en alleen de rijkere en slimmere die deze wetten hebben uitgevonden worden er rijk van. Maar niet jijzelf.

Elke dag worden er wetten aangepast, of uitgevonden. En elke dag loopt de burger de kans dat een garantie voor het leven daarmee af neemt. Geld verschaft je inderdaad allerlei dingen, maar niet de garantie waar het van oorsprong voor gemaakt is: Iedereen te voorzien in hun levensonderhoud.

Indien je dus de beschikking hebt over geld, laat je goed voorlichten over wat er zou kunnen gaan gebeuren met je geld als je een dagje ouder wordt.

Sylvia