blog placeholder

Wat is een crisis?

Dat is het niet goed functioneren van een systeem. Dat kan heel uiteenlopend zijn: van een natuurramp tot een economische crisis. In dit artikel heb ik het over de economische crisis van 1929.

De Economische Crisis van 1929

 

Beurskrach

In 1929 begon een economische crisis. Deze begon allereerst met de beurskrach. Een beurskrach is een snelle daling van veel aandelen[1]. Deze beurskrach gebeurde op Wall Street (New York City) maar de gevolgen van de daling verspreidden zich snel over de wereld. Dat kwam doordat mensen over de hele wereld aandelen hadden op Wall Street. Ook toen in 1931 een Oostenrijkse bank ten onder ging, had heel Europa daar last van.[2]

 

Goudstandaard

In die tijd waren bijvoorbeeld de gulden en het pond verbonden aan een bepaalde hoeveelheid goud. Dus elke gulden of pond was een bepaalde hoeveelheid goud waard. Dat was heel stabiel, maar toen bleek dat er weinig goud was, werkte de zogenaamde goudstandaard de economie tegen en moest men dus afzien van de goudstandaard. Nederland liet in eerste instantie, in tegenstelling tot heel wat ontwikkelde landen, de goudstandaard niet los.[3]

Toen Nederland eenmaal de goudstandaard wel had losgelaten, waren de Nederlandse producten veel voordeliger voor het buitenland. De reden waarom Nederland de goudstandaard zolang vasthield was dat Hendrik Colijn gereformeerd was. Hij vond de economie een ontwerp van God en het zou niet goed zijn als er teveel werd aangepast aan Gods ontwerp.[4]

 

Dow Jones

De Amerikaanse economie ging zo goed, dat deze in 1929 oververhit was. Daarom was een beurskrach het gevolg. Die vond plaats op de ‘Zwarte Donderdag’: donderdag 24 oktober 1929. De Dow Jones index (de oudste aandelen index van de Verenigde Staten) daalde dertien procent. Een probleem was dat veel aandelen met geleend geld waren betaald. Sommige beurshandelaren konden deze tegenslag niet verdragen en sprongen uit het raam de dood tegemoet. [5]

 

Neerwaartse Spiraal, Kringloop, Cirkel

De beurskrach was het begin van de crisis. Mensen hadden geen geld meer, dus ze konden niets terug betalen aan de banken, dus de banken konden niet aan hun verplichtingen voldoen.

De mensen die wel nog geld hadden op de bank kwamen dat zo snel mogelijk ophalen, dus de banken verloren dan al hun geld, de banken gingen failliet.

Zo komt de economie in een cirkel die alles naar beneden trekt. Mensen raken werkloos, de koopkracht neemt af, mensen kopen minder, bedrijven verdienen minder, dus gaan ze failliet, nog meer mensen werkloos, nog minder koopkracht. En zo kan het door blijven gaan.

De crisis van de jaren dertig was echt een wereld crisis, waarbij mensen aan de bedelstraf raakten.

In Nederland steeg het aantal werklozen heel snel in één jaar: van twintigduizend naar honderdduizend.[6]

 

Crisis-invoerwet

Toen sommige Europese landen besloten de goudstandaard los te laten, besloot Nederland die standaard vast te houden. Toen verslechterde de internationale concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven. Want de producten van andere landen waren veel goedkoper dan de Nederlandse producten.[7] De overheid besloot, als reactie hierop, een crisis-invoerwet te maken. Die wet hield in dat Nederland beschermd werd tegen invoerproducten; de invoer werd dus beperkt. Elk land kreeg een bepaalde hoeveelheid toegekend die het land mocht exporteren naar Nederland. Want alle producten van andere landen waren veel goedkoper, dus de Nederlanders zouden liever die producten willen kopen. De producten van Nederlandse producenten waren duurder, dus die wilden de Nederlanders liever niet kopen. Dan zouden de Nederlandse producenten niets meer verdienen. Dat wilde de overheid voorkomen.[8] ‘’Door de crisis daalde de import tussen 1929 en 1935 van dertig tot twintig miljoen ton goederen.’’[9]

De crisis-invoerwet was bedoeld als tijdelijke wet, maar werd steeds verlengd.

 

Hulp en tegenwerking

Behalve een crisis-invoerwet zorgde de overheid ook nog voor gratis fietsen. Deze kon men ophalen, maar er moest wel aan bepaalde eisen worden voldaan om recht te hebben op een fiets. Bijvoorbeeld dat men minstens een half uur moest fietsen, om bij het werk te komen.[10]

Maar aan de andere kant werkte de overheid de werkloze mensen ook tegen. De overheid werkte aan een begroting waarin werd bezuinigd op ambtenarensalarissen en uitkeringen! Iedereen werd goed gecontroleerd opdat hij of zij niet iets overhield aan een uitkering.[11]

Sommige organisaties probeerden werklozen te helpen, bijvoorbeeld door het maken van een werklozen kamp. De kampen waren gericht op jongeren, zodat ze nooit de werksfeer zouden vergeten. Als de crisis over zou zijn, als er weer veel werk zou zijn, dan zouden die jongeren gelijk hard aan het werk gaan. De kampen kostten niemand iets, sterker zelfs: elke week kreeg men 1,75 gulden zakgeld. De omstandigheden waren minimaal, maar het was tenminste iets.[12] Werkloosheid trad op in steden en op het platteland.[13]

 

Nederland is en was een belangrijk gebied voor heel Europa als doorvoerhaven. Daardoor was de economische crisis snel te merken in Nederland. In die tijd kwamen steeds weer betere en nieuwere machines op de markt. Dat veroorzaakte werkloosheid.

Mensen kregen als ze werkloos waren nog wel eens een heel slecht betaalde, lichamelijk zware baan aangeboden. Heel wat mensen weigerden dat soort werk, maar dan vervielen hun uitkeringen.[14]

 

Koloniën hadden minstens zoveel last van de crisis als ontwikkelde landen. De koloniën gingen net zo hard mee in de cirkel van de in elkaar zakkende economie. [15]

 

De grote depressie

De gevolgen van de beurskrach, van het oververhit zijn van de Amerikaanse economie en van het geld en goud dat er niet was of niet goed verdeeld was, noemt men de grote depressie. Miljoenen mensen waren werkloos, er heerste ontevredenheid. Hitler maakte daar gebruik van en toen begon de tweede wereldoorlog.[16]

 

 



[1] http://nl.wikipedia.org/wiki/Beurskrach_van_1929

[2] http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/40067879/items/40113725/

[3] http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/40067879/items/40113868/

[4] Kees Ribbens, Verleden Tijd, blz. 32

[5] http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/40067879/items/40113787/

[6] http://www.anno.nl/index.cfm/siteid/105D154C-1AA0-1E4C-B367F1F4D569D96D/pageid/28DEFDCD-B489-A9BA-E29D72FB40423714/objecttype/mark.apps.anno.contentobjects.article/objectid/2866B1F8-3048-560D-A4AD4BDCA1CD39D6/index.cfm

[7] http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/40067879/items/40113868/

[8] http://www.nationaalarchief.nl/toegangen/pdf/NL-HaNA_2.06.065.ead.pdf

[9] Kees Ribbens, Verleden Tijd, blz. 31

[10] Kees Ribbens, Verleden Tijd, blz. 10

[11] Kees Ribbens, Verleden Tijd, blz. 9 en 17

[12] Kees Ribbens, Verleden Tijd, blz. 11

[13] Kees Ribbens, Verleden Tijd, blz. 36

[14] Kees Ribbens, Verleden Tijd, blz. 9

[15]http://www.nationaalarchief.nl/search/highlighter.jsp?url=http%3A%2F%2Fwww.nationaalarchief.nl%2Findie%2Fhtml%2FIndonesie_crisis.html&insert_anchor=true&query_text=%27%27economische+crisis+1929%27%27&focus_window=false#verity_highlight

[16] http://financieel.infonu.nl/diversen/21238-zwarte-donderdag-en-de-grote-depressie.html