Beleggen kan je in veel dingen. De meest bekende zijn aandelen en fondsen. Een minder bekende en meer geavanceerde vorm van beleggen, is de turbo. Je kan hiermee heel veel geld verdienen op korte termijn, maar ook verliezen als je niet goed weet wat je doet. Hier vind je wat meer uitleg over de turbo.
Werking
Een turbo (ook wel speeder of sprinter genoemd) wordt gebaseerd op een onderliggende waarde. Dit hoeft niet altijd een aandeel te zijn, maar kan ook een grondstof, obligatie, valuta of index zijn. Er zijn twee verschillende soorten turbo’s, de turbo long en de turbo short. Een turbo long stijgt in waarde als de onderliggende waarde ook stijgt, bij een turbo short stijgt de waarde indien de onderliggende waarde daalt. Bij een turbo long wordt een deel van de kost gefinancierd door een financiële instelling, de rest wordt betaald door de belegger. De belegger moet natuurlijk wel een intrest betalen op het door de bank gefinancierde deel. Wanneer de onderliggende waarde stijgt, dan zal de turbo long hierdoor veel sneller stijgen (dit is het zogenaamde “hefboomeffect”). Maar het omgekeerde is ook waar. Wanneer de onderliggende waarde zou dalen, dan zal de turbo long ook zeer snel dalen. Wel kan je nooit meer verliezen dan je investering, want op het moment dat de waarde van de turbo long te laag wordt, dan treedt er een veiligheidsmaatregel in werking. Dit is de stoploss order.
Een turbo short werkt net omgekeerd, hierbij ga je er dus vanuit dat de onderliggende waarde zal dalen. Je speelt dus eigenlijk op een dalende markt.
Verschil met opties
Door het principe van de hefboom lijken turbo’s wel wat op opties. Toch zijn er enkele fundamentele verschillen:
- Tijd: Een optie heeft een beperkte looptijd, een turbo niet(hoewel dit wel kan indien het stoploss-niveau bereikt wordt)
- Stoploss: Er is een punt waarop een turbo automatisch komt te vervallen indien er een ongewenste koersbeweging is, een optie vervalt dan niet
- Financiering: Bij een turbo wordt er een deel door een financiële instelling gefinancierd, bij een turbo betaalt de belegger zelf alles
Soorten
Er zijn enkele verschillende soorten turbo’s, buiten de turbo long en de turbo short.
Limited speeder: Bij een limited speeder is het stoploss-niveau hetzelfde als het financieringsniveau, en is er zoals bij een optie toch een vastgestelde looptijd.
Quanto speeder: Bij een quanto speeder draagt de financiële instelling het mogelijk aanwezige valutarisico. Hierdoor kan je onderliggende waardes aankopen in bv. dollars, en je geen zorgen hoeven te maken over de euro/dollar koers.
Conclusie
Een turbo is een belegging die je niet zomaar moet aangaan. Het vereist toch wel een zekere voorkennis. Ook is het een zeer risicovolle belegging, de mogelijke winsten zijn zeer groot, maar de mogelijke verliezen op korte termijn zijn zeker niet te onderschatten. Beleg dus enkel in turbo’s indien je zeker bent van je kennis over de financiële markten en wanneer je het je financieel kan veroorloven om op korte termijn eventueel grote verliezen te maken.
