Je hoort wijnkenners vaak termen roepen bij het beoordelen van een wijn. Soms knik je maar, ook al heb je geen idee wat ze bedoelen. Gelukkig zijn een aantal van die termen makkelijk uit te leggen.
Body van een wijn
Wanneer het over de body van een wijn gaat, dan wordt de intensiteit van de stijl bedoeld. Denk aan het verschil tussen magere en volle melk, om het even makkelijk te maken. De body van een wijn wordt bepaald door verschillende factoren. Zoetheid verhoogt de body van een wijn en de wijn smaakt voller dan een droge wijn. Datzelfde geldt voor tannine. Des te meer tannine, des te voller de wijn. Dat gaat ook op voor alcohol. Een hoger alcoholpercentage in de wijn, maakt de wijn ook voller. Koolzuur zorgt voor het tegenovergestelde en verlaagt de body van een wijn.
Verschillende wijnsoorten
In de wijnwereld wordt een onderscheid gemaakt tussen stille en mousserende wijnen. Mousserende wijnen spreken voor zich, dat zijn de wijnen met bubbels. Stille wijnen zijn rode, witte of rosé wijnen waar geen koolzuur inzit.
Tannine is looizuur en komt van nature voor in planten, pitten en vruchtenschillen. En dus ook in druiven. Tannine zorgt voor een stroeve sensatie op je tanden en tong en komt vooral voor in rode wijn. Denk bijvoorbeeld aan een stevige Barolo of een Cabernet Sauvignon. Dat komt omdat bij het maken van rode wijn het sap langer in contact staat met de schillen en pitten van de druiven. Ook houtrijping heeft invloed op tannines.
De “tranen” in een glas wijn hebben te maken met viscositeit. Wijnen met een hoge viscositeit hebben meer suiker, meer alcohol of zelfs beide. Dat druiperige effect in het glas noemen we (wijn)pootjes of (wijn)tranen en wordt het Marangoni-effect genoemd. Het effect wordt veroorzaakt doordat de oppervlaktespanning door de verdampende alcohol wordt verstoord.
In een wijn zitten aroma’s die je kunt waarnemen met je neus en met je mond. Er wordt onderscheid gemaakt tussen primaire aroma’s, secundaire aroma’s en tertiaire aroma’s. De primaire aroma’s zijn de aroma’s die druifeigen zijn. De secundaire aroma’s komen vrij tijdens de gisting van de wijn en tertiaire aroma’s ontwikkelen zich door oxidatie en rijping.
Hoe zit het met de afdronk?
Met de afdronk wordt niet alleen bedoeld wat je proeft nadat je een slok hebt genomen, maar ook hoe lang de afdronk duurt. Des te langer de afdronk, des te beter de wijn. Een wijn is complex wanneer er uiteenlopende aroma’s in de wijn zitten die niet allemaal even snel te herkennen zijn. De gelaagdheid van een wijn heeft te maken met de snelheid waarop aroma’s elkaar afwisselen.