blog placeholder

Hoewel de groentewinkels en supermarkten ons steeds meer exotische groenten uit verre streken laten zien, is er ook een hele groep van oudsher bekende groenten, die in onze streken veel werden geteeld en gegeten. Een daarvan is de koolraap, een prima wintergroente. Koolraap is het waard weer te worden herontdekt.

De koolraap

De wortel van de Brassica napobrassica wordt koolraap genoemd. Overigens kan niet alleen de knolvormige wortel, maar ook het blad van deze plant worden geconsumeerd. Koolraap stond in Nederland in voorbije jaren veel en regelmatig op het menu. Niet alleen mensen aten de knol, ook het vee kreeg koolraap voorgeschoteld. Koolraap is minder populair geworden en wordt niet veel meer gegeten of verbouwd. Koolraap wordt tot de vergeten groentes gerekend.

 

Oorsprong

Het is aannemelijk, dat de koolraap is ontstaan door twee verschillende rassen met elkaar te kruisen: de kool en de knolraap. Om het ingewikkeld en verwarrend te maken, de termen koolraap en knolraap worden ten onrechte vaak door elkaar gebruikt. Er zijn echter wel verschillen. Een koolraap kan een flinke omvang en gewicht bereiken, tot één à anderhalve kilogram. De knol heeft aan de binnenkant een oranje-gele kleur. Groot voordeel van de koolraap is, dat de knollen langer bewaarbaar zijn, en dus goed geschikt zijn als wintergroente.

 

Zelf kweken van koolraap

Je zult de koolraap in de winkel niet zo veel meer tegenkomen, maar gelukkig zijn er mogelijkheden in je eigen tuin. De plant doet het prima in ons klimaat. Een lichte kleigrond is het meest ideaal, maar de plant doet het ook op andere grondsoorten. Koolraap wordt begin juni gezaaid. Dat lijkt wat laat in het jaar, maar vroeger zaaien levert uiteindelijk vezelige en houtige knollen op. Minder smakelijk, dus. Na ruim zes weken zijn de plantjes voldoende gegroeid om te worden uitgeplant. Zet ze op een afstand van ongeveer 45 centimeter uit elkaar. Je zou verwachten dat diep planten goed is voor de knolontwikkeling, maar dat is niet het geval. Te diep geplaatste plantjes leveren geen mooie knolvorm op. De aanwezigheid van het mineraal boor is voor koolraap noodzakelijk. Mocht de bodem hiervan te weinig bevatten, er zijn kunstmestsoorten die hierin voorzien.

 

Pas op voor belagers

Koolraap wordt gerekend onder de koolsoorten. Traditionele kool-belagers komen ook op de koolraap af. Denk bijvoorbeeld om de rupsen van het koolwitje, de koolmot of de kooluil, die graag van de bladeren van de plant eten. Schimmelziekten in de bodem, zoals knolvoet of valse meeldauw, kunnen de koolraap ook aantasten.

 

De oogst

Na een maand of vijf, zes zijn de knollen rijp voor de oogst, dus ongeveer in oktober en november. Een koolraap kan een flink gewicht hebben gekregen, dus als je er flink wat hebt staan in je tuin, heb je voor heel wat maaltijden genoeg. Gelukkig laat de knol zich in een koude opslagplaats, liefst met temperaturen rond de één graad Celcius, prima een lange tijd bewaren, soms wel tot zes maanden. Dat maakte de koolraap in vroeger tijden een ideale wintergroente, ruim voorhanden in een tijd dat er weinig verschillende verse groentes van het eigen land kwamen.

 

Bereiding

Koolraap is eenvoudig klaar te maken. Schil de koolraap en snijd deze in stukjes. Rauw is de koolraap nog niet erg lekker. Breng het geheel daarom aan de kook. Door dit proces krijgt de koolraap een zoetige smaak. Klaar! Eventueel maak je het extra lekker door een sausje.