Geen enkele pâté smaakt lekkerder dan een zelfgemaakte en bovendien, mits je hem goed afdekt, kan je hem weken goed houden.
Leverpâté 500 g:
– 300 g niet gezoute spek
– 350 kalfslever
– 1 gesnipperde ui
– 80 g boter
– 1 eetlepel fijne peterselie
– 1 mespunt dragonpoeder
– 1 mespunt pimentpoeder
– aroma
– peper
– zout
– 8 eetlepels cognac
– 50 g bloem
– 2 eieren
– dunne schijfjes spek
Bereiding
Tot het gebruik zet je de kalfslever onder water. Daarna snij je zowel de kalfslever als het spek in niet al te grote stukken.
Draai ze beide door de molen.
De helft van de boter verhit je en daarin fruit je de ui glazig. Hierbij voeg je de rest van de boter om deze te laten smelten bij de ui.
Schep nu de inhoud van de pan bij de gemalen kalfslever en het spek. Voeg er dan dragon, piment, nootmuskaat, peterselie, aroma, peper en zout aantoe. Je kruid uiteraard naar eigen smaak.
Dan maal je het mengsel nogmaals en maak het nog fijner met de mixer. We voegen nu de cognac, bloem, en eieren er aan toe.
Schijf dan de braadslede even onder het midden in de oven, verwarm deze even voor. De ovenvorm bekleed je met dunne plakjes spek en schep dan het mengsel in de vorm. Druk alles stevig aan en sluit de vorm met een deksel af.
Zet de vorm in de braadslede, giet daarin zoveel koken water, dat het niet over de vorm of de braadslede kan koken.
Na een 45 minuten neem je de vorm uit de oven, laat de kalfsleverpâté in de vorm afkoelen en draai hem dan om op een schotel. Indien er overtollig vet is verwijder het dan.
Snij de kalfsleverpâté in schijven en serveer hem bv. met geroosterde boterhammetjes of toast.