Vooral in Frankrijk worden mosselen opgediend in schelp en met de vingers gegeten. Je kan ook de mosselen uit hun schelpen halen en in de saus opdienen, als soep.
Mosselen met roomsaus voor 4 à 6 personen
– 2 kg mosselen
– 6 zwarte peperkorrels
– 1 laurierblad
– 1 takje peterselie
– 1 sjalot
– 4 1/2 dl droge witte wijn
– 1/8 l slagroom
– 2 eierdooiers
– 2 eetlepels fijngehakte peterselie
– zwarte peper
– citroensap
Bereiding
Eerst en vooral maken we de mosselen schoon en verwijderen hierbij open op zware mosselen.
Leg ze daarna in een grote pan en vul aan met het laurierblad, gehakte sjalot en peperkorrels.
Schenk er de wijn over en sluit de pan af met een deksel.
Kook de mosselen op een hoog vuur totdat alle schelpen open zijn. Haal de dichtgekleefde mosselen er tussen uit.
Zodra de mosselen klaar zijn, haal je ze uit de pan. Verwijder dan de bovenschelpen. Leg dan de mosselen met onderschelpen in een warme ovenschaal. Dek de schaal dan af en hou hem warm.
Het kookvocht giet je door een doek.
Terwijl je de slagroom en de eierdooiers mengt, roer je er een paar eetlepels van het kookvocht door samen met wat peterselie. Op smaak brengen met wwat versgemalen peper en citroensap.
De saus goed opwarmen, maar net niet laten koken. De saus wordt vanzelf wat dikker.
Nu mag je de mosselen opdienen, best in diepe borden en giet er wat saus over.
Vergeet geen schaal op tafel te zetten om de lege mosselschelpen in te werpen. Kommetjes met lauw water met wat citroen om de vingers schoon te maken is hier ook niet overbodig.