De kaneeltaart is niet alleen heel lekker, maar je kan ze zo mooi versieren als je wilt. Een eenvoudig receptje en toch heel feestelijk en lekker.
Benodigdheden:
– 180 g bloem
– zout
– 2 theelepels bakpoeder
– 20 g cacaopoeder
– 1 eetlepel kaneelpoeder
– 1 zakje vanillesuiker
– flinke mespunt nootmuskaatpoeder
– 1 en halve dl maïsolie
– 2 dl karnemelk
– 2 eieren
– 200 g suiker
– 50 g gewelde gedroogde rozijnen
– boter (voor de vorm in te smeren)
– poedersuiker
Keukengerei:
– Bloemzeef
– eierklopper
– boterkwast
– springvorm met middenlijn van 22 à 24 cm
– oven (170°)
– stuk stevig papier
Zeef de bloem met een flinke mespunt zout, het bakpoeder, het cacaopoeder, de kaneel en de vanillesuiker in een kom. Voeg daar de nootmuskaat toe.
Daarna klop je de karnemelk en de olie door elkaar en roer je dit mengsel door de bloem.
De eieren en de suiker klop je lichter van kleur en schuimig.
Wrijf de vorm in met boter.
Schep beide mengsels en de rozijnen met een grote metalen lepel vlug en voorzichtig door elkaar en vul er de vorm mee.
Dan zet je dit in de oven tot het deeg gaar geworden is.
(je kan dit controleren door met een houten satestokje middenin het gebak te steken, er mogen dan geen deegdeeltjes aan blijven kleven).
Laat eerst het gebak in de vorm bekoelen, neem het daarna pas uit de vorm en laat het goed afkoelen.
Dan knip je één of meer figuurtjes uit dik papier. Leg de uitgeknipte vormpjes in het midden van de taart, bestrooi de taart dik met poedersuiker en neem de vormpjes uit papier er weer af.