In Nederland wordt de term Uitjes gebruikt als de verzamelnaam voor de kleine exemplaren van de bollen van een aantal verschillende soorten voor consumptie geschikte allium. De meest gebruikte allium soorten voor consumptie zijn de allium cepa en de allium ascalonicum. Deze allium cepa en de allium ascalonicum soorten worden in Nederland verhandeld onder de namen Witte Ui, Gele Ui, Rode Ui, Zoete ui en sjalotten.
Goedkope en gratis uitjes: http://www.boerderij.nl/Akkerbouw/Achtergrond/2011/11/Uien-weggeven-goedkope-manier-om-eraf-te-komen-AGD576829W/
De marktprijs van uitjes is nog nooit zo laag geweest als dit jaar. De marktprijs van de uitjes is zelfs zo laag dat veel uitjes zelfs gratis worden weggegeven.
Allium cepa:
De Allium Cepa is de echte ui en de kleine bolletjes van de allium Cepa zijn de meest gebruikte uitjes. De Allium Cepa worden in het zuiden van Nederland en het Nederlandstalige deel van België ook wel ajuin of juin genoemd. In het noorden van Nederland noemt men de Allium Cepa ook wel siepel. Zowel de Witte Ui, de Gele Ui, de Rode Ui als de Zoete ui behoren tot de familie van de Allium Cepa.
Oorsprong Allium cepa:
De teelt van uien (Allium Cepa) werd zo’n 3000 jaar voor Christus al beschreven in geschriften uit het oude Mesopotamië (het huidige Irak) en China. Van daaruit kwam de ui later ook naar India. Door de diverse handelscontacten van de Indiërs met Griekenland en Egypte werd de ui vanuit India ook naar Griekenland en Egypte geëxporteerd. De ui werd vervolgens een belangrijk voedselgewas in Egypte. Dit blijkt uit de vele afbeeldingen van de ui op oude Egyptische decoraties en hiërogliefen. Uit deze decoraties en hiërogliefen blijkt dat de ui een van de hoofdbestanddelen vormde van het dagelijkse menu van de piramidebouwers uit die tijd. Ook werden er uien in de graftombes van de grote Farao’s gelegd die zowel als voedsel als medicijn moesten dienen in het volgende leven van de overledene.
Allium ascalonicum:
De kleine bolletjes van de allium ascalonicum worden ook wel uitjes genoemd maar de allium ascalonicum is eigenlijk geen echte ui maar een plant uit de lookfamilie die officieel sjalot ofwel eslook heet. Een groot verschil tussen de sjalot en de ui is dat de ui alleen wordt vermeerderd door middel van zaad en de sjalot hoofdzakelijk wordt vermeerderd door middel van de losgemaakte kleine zijscheuten die zich aan de bol vormen. Naast dit fysieke verschil zijn er nog een paar opvallende verschillen tussen de ui en de sjalot. Zo heeft de sjalot een iets verfijndere smaak, geven ze een grotere irritatie aan de ogen bij het snijden* en zijn ze lichter verteerbaar.
*De irritatie aan de ogen door uien en sjalotten wordt veroorzaakt doordat de het sap van zowel de ui als de sjalot een heel sterk vochtonttrekkend vermogen hebben. Dit vochtonttrekkende vermogen ervaar je door het prikken en tranen van je ogen bij het snijden van de uien. Er is echter een hele eenvoudige manier om te voorkomen dat je ogen geïrriteerd raken en gaan tranen bij het snijden van de uien of de sjalotten. Door ervoor te zorgen dat er op de snijplank vlak bij de te snijden uien of de sjalotten water ligt wordt het vochtaantrekkende uien- of sjalottensap door het er nabij liggende water verzadigd zodat de vochtonttrekkende werking van het uien- of sjalottensap wordt geneutraliseerd.