blog placeholder

Bijna iedereen zal wel eens een fotocamera vasthouden,
of het nu een proffesionele spiegelreflex, kleine compact, of mobiele telefoon is: fotos maken lijkt iedereen te intresseren! Met deze korte introductie digitale fotografie geef ik wat tips waardoor u uw camera beter leert begrijpen, en die u hopelijk betere fotos opleveren.

Ik zal de volgende cameras in het kort behandelen:

1. Analoge camera’s (spiegelreflex / compact)
2. Digitale compactcamera’s
3. Digitale middenformaat camera’s
4. Mobiele telefoons

 

1. Analoge camera’s

Daar waar het ooit allemaal mee begonnen is,de camera met het bekende rolletje en de vaste ISO-waarde.Enkele aanpassingen waren soms mogelijk op de camera,maar de ‘echte’ foto kwam pas in de Donkere Kamer (DOKA) naar boven.Ondertussen is de DOKA vervangen door een PC, waar een bewerkingsprogramma op geinstalleerd is…Slechts een kleine groep fotografen zweert nog bij de analoge camera’s, maar ik geef in dit artikel de voorkeur aan digitale camera’s.

 

2. Digitale compactcamera’s

Meestal zijn deze cameras in een zo klein mogelijk formaat uitgevoerd, gereed om overal mee naar toe te nemen.De optische zoom is over het algemeen 3-10x, en een zoeker ontbreekt steeds vaker.Alles wordt via het scherpje geregeld, en instelwerk is haast niet nodig.Enkele scenes zorgen voor een automatische instelling bij verschillende omstandigheden, van portret tot landschap tot vuurwerk.

De meeste compactcamera’s zullen over een macro (closeup) stand beschikken, vaak aangegeven door een tulpje.Deze stand geeft de fotograaf de mogelijkheid om dichterbij scherp te stellen, tot soms beeldafstand van sclechts 1 cm!

Deze camera is over het algemeen ideaal voor beginnende fotografen, met enkel ‘richten en klikken’ zijn vaak al zeer goede resultaten te halen.

Wil je toch iets meer zelf in de hand hebben? Dan komen we bij de:

3. Digitale middenformaat camera’s

In principe is dit ook nog een compactcamera die vaak voorzien is van grote zoom, tot ongeveer 25x.
Meestal zijn er meer instelmogelijkheden die soms al erg dicht in de buurt van een spiegelreflex komen. Natuurlijk hebben deze cameras ook een volautomatische stand, zodat iedereen er zonder poespas mee aan de slag kan.Maar, als de mogelijkheden er zijn, is het toch we leuk alles zelf te kiezen.Wat op een middenformaat camera bijna altijd in te stellen is, zal ik onderstaand behandelen.

Belichting: Vaak aangegeven door “+” en “-“. Wanneer je een licht onderwerp in een donkere omgeving fotografeert, zal de camera over het algemen ook de donkere delen meenemen in zijn berekening. Dit kan resulteren in een overbelicht onderwerp, en dat willen we natuurlijk niet hebben! Het is in zo’n geval dan handig om onder te belichten. Wanneer je een donker onderwerp in een lichte omgeving fotografeert, dien je (logischerwijs) juist over te belichten. Hoeveel er onder/overbelicht moet worden is op papier niet te zeggen, en moet per situatie in de praktijk geprobeerd worden.Na een aantal keer expirimenteren ben je hier waarschijnlijk al aardig wegwijs mee.

ISO: De lichtgevoeligheid, een hogere ISO stelt je in staat om een kortere sluitertijd te nemen,maar kan meer ruis op gaan leveren. Een lagere ISO vergt een langere sluitertijd, maar heeft meer detail en minder tot geen ruis. Veel camera’s hebben deze instelling op automatisch staan, maar voor de beste kwaliteit foto is dit aan te raden zelf in te stellen. Het hangt van de ruisgevoeligheid van je camera af, maar wat ik als richtlijn aanhoud:ISO 100 – Landschappen / buitenfotografie in goed lichtISO 200 – Buiten/bosfotografie gematigd tot weinig lichtISO 400 – Binnenfotografie

Diafragma: De A / Av stand op je camera. Het diafragma in de lens regelt hoeveel licht er daadwerkelijk op de sensor komt. Hoe lager het getal, hoe groter de opening, dus des te meer licht.Een groot diafragma zal een kleinere scherptediepte geven, wat inhoud dat het gebied waarop scherp gesteld is wel keurig scherp is, maar de voor en achtergrond een lichte tot zware waas gaat vormen. Met name bij close-up fotografie zijn hier zeer mooie rustige achtergrondjes mee te krijgen, ook deze instelling is na een aantal keer expirimenteren waarschijnlijk al veel bekender.

Tijdvoorkeur: De T / Tv / S stand op de camera. Hiermee kan u de sluitertijd regelen, erg handig bij snel bewegende onderwerpen zoals bijvoorbeeld een groep wielrenners. Door een korte sluitertijd in te stellen, zal de camera automatisch een hoger ISO nemen (wat ruis kan veroorzaken) en een groot diafragma (wat een kleine scherptediepte kan veroorzaken). Bij de meeste cameras zal er een waarschuwing komen wanneer de door u gekozen sluitertijd óf te lang is (wat in een te lichte foto resulteerd), óf te kort is (wat in een te donkere foto resulteerd).
Behalve dat u een snelle sluitertijd kan kiezen, kan u natuurlijk ook een langere sluitertijd kiezen.
Zeker bij vuurwerk kan dit geweldig mooie resultaten hebben, maar denkt u ook aan een goede ondersteuning als bijvoorbeeld een statief om beweginsonscherpte te voorkomen.

Manueel: Meestal aangeven door “M”. Hiermee kan u én diafragma én sluitertijd zelf regelen.
Dit vergt wat meer kennis van uw camera, en van fotograferen in het geheel.
U zal de situatie (hoeveelheid licht, beweging onderwerp etc) zelf in moeten schatten, en hier uw instellingen op aanpassen. Erg leuk om hier mee te ‘spelen’, zo heeft u alles zelf in de hand en zal u hier na verloop van tijd veel betere resultaten mee kunnen behalen.

Ook middenformaat cameras beschikken meestal over een closeup stand, waarmee soms zelfs vanaf 1cm scherpgesteld kan worden. Verder is het op deze cameras vaak mogelijk om voorzetlenzen te kopen,
waarmee er meer zoombereik of meer groothoek mogelijk is. Over het algemeen zal dit niet ten koste van kwaliteit gaan, wat het bij het gebruik van digitale zoom wel gaat.

 

4. Mobiele telefoons

Veel mobiele telefoons zijn tegenwoordig uitgerust met een zeer behoorlijke camera,
waar dan ook zeker leuke fotos mee te maken zijn.
Bijna alle cameras hebben digitale zoom, het is dan ivm kwaliteitsverlies ook niet aan te raden deze te gebruiken.
Zelf instellen is er vaak niet bij, maar de scene-mogelijkheden die de telefoon bied geven de gebruiker toch wat meer vrijheid. Er worden tegenwoordig zelfs cursussen gegeven in “mobiele fotografie”, en gezien de resultaten die sommige mensen er mee halen is het altijd handig om je mobieltje paraat te hebben!

 

Slot

Zoals misschien al is opgevallen heb ik de spiegelreflexcameras hier niet behandeld,
Dit is opzich weer een verhaal appart. Vele verschillende modellen, lenzen, en instelmogelijkheden maken het voor de beginnende fotograaf dan tot een onoverzichtelijk beeld. Hopelijk helpt deze korte introductie digitale fotografie je met de 1e stappen opweg naar je fotohobby, kijk wel uit: ik heb zelf ondervonden hoe verslavend fotograferen kan zijn!