blog placeholder

De kat is een solitaire soort, die in de schemering of ’s nachts op jacht gaat. Hij jaagt voornamelijk op knaagdieren, haasachtigen en vogels. Soms grijpt hij ook andere kleine en middelgrote zoogdieren, kikkers, reptielen, vissen en insecten. Ook plantaardig voedsel staat op zijn dieet. De wilde kat eet echter zelden aas. 

Door een gecompliceerde constellatie van banden en pezen is de kat in staat zijn nagels uit te slaan en in te trekken. Door de zachte teenkussens raken de nagels de bodem niet, zodat ze niet slijten. Alle katten hebben een voor de soort kenmerkend tan-of schaargebit. De tong is ruw en dicht bezet met hoornachtige haakjes om bv veel makkelijker vlees van de botten van hun prooidier af te kunnen kluiven.

Zien

Een kat ziet zes maal scherper dan de mens. Het katteoog bezit een “automatische diafragma”. De pupillen vernauwen zich bij zonneschijn tot een nauwe spleet, bij zwak licht of duisternis zijn ze groot en rond. Ook de zwakste lichtweerkaatsing weet de kat te taxeren. Het weefsel achter het netvlies versterkt het zien in de schemering.

Ruiken

De kat heeft niet zo’n uitgesproken fijn reukvermogen als de hond. De reukzin wordt, voor zover de oriëntering in de ruimte en de jacht nodig is, daadwerkelijk door de tastzin ondersteund en is van doorslaggevende betekenis bij de communicatie tussen katten onderling. Ieder contact met een ander levend wezen wordt voorafgegaan door een voorzichtige geurcontrole. Alle reukvlaggen en-sporen in het territorium worden dagelijks zorgvuldig nagelopen.

Horen

Katten nemen tonen met een frequentie van 50-60 kHz waar. Katten weten ook “muizengesprekken” te decoderen. Met zijn ongelofelijke scherpe gehoor weet de kat precies wanneer, welke muis, waar zijn veilige holletje verlaat. 

Het katteoog transpoorteert niet alleen optische prikkels naar de grote hersenen. Het reageert eveneens op akoestische signalen. Zo bouwen ze een nauwkeuring gehoorbeeld op van hun omgeving. 

Zo bouwen ze een nauwkeurig gehoorbeeld op van hun omgeving.

Tastzin

De tastharen van katten; de snorharen en kleine tashaarpluimpjes boven de ogen, op de wangen, aan de kin en boven de voetzoolkussens van de voorpoten werken als een oscillograaf. Door zijn snorharen doet de kat al tastend een veelheid aan ruimtelijke informatie op. Zonder snorharen verliest het in het donker zijn oriëntatievermogen.

De kat moet zoveel mogelijk zon, frissen lucht en uitloop krijgen. Probeer alles buiten en in huis door de ogen van de kat te bekijken. Voorzie de gevaren en voorkom ongelukken door mogelijke oorzaken weg te nemen. Garage en hobbyruimte blijven verboden terrein voor de kat. In een huishouden met katten moeten tafelkleden, snuisterijen, vazen en kaarsverlichting een ondergeschikte rol spelen. Fornuis en aanrecht zijn absoluut verboden terrein voor katten. Katten onderzoeken ieder hoekje.