blog placeholder

Met “de zeehond” bedoelen we alle leden van de familie der zeehonden. Zeehonden worden ook wel ook wel robben genoemd. De echte zeehonden of oorloze zeehonden zijn één soort uit de drie belangrijkste subgroepen van de zoogdieren in de zeehonden hoofdfamilie de Pinnipedia. Alle echte zeehonden zijn lid van de familie Phocidae. Ze worden ook wel kruipende zeehonden genoemd om ze te onderscheiden van de pelsrobben en zeeleeuwen van de familie Otariidae. Zeehonden zijn solitair levende dieren. Een moeder verzorgt haar jong alleen tijdens de eerste weken. Als het jong in nood verkeert of achterblijft, zal de moeder vluchten en haar jong achterlaten en ze zal naderhand haar jong niet meer zoeken. Zeehonden leven in de oceanen van het noordelijk- en het zuidelijk halfrond. Hun leefgebied is meestal beperkt tot polaire, subpolaire, en gematigde klimaten, met uitzondering van de meer tropische monniksrobben. In Nederland komen de meeste zeehonden voor in de Waddenzee en ook sporadisch in de Ooster- en Westerschelde.

Zeehond (copyright Dik Laan)

Oorsprong van de zeehond:
De vroegste fossiele zeehondachtigen dateren van  15 miljoen jaar geleden in de Noord-Atlantische Oceaan. Tot voor kort geloofden veel onderzoekers dat zeehondachtigen gescheiden evolueerden van otter-achtige dieren, die de Europese zoetwatermeren bewoond. Recent bewijs wijst echter sterk op een gelijke oorsprong van alle vinpotigen van een enkele voorouder, die heel nauw verwant was aan de beren. Van de in de tropen levende zeehonden en zeeolifanten wordt verondersteld dat zij via de Stille Oceaan door de open zee-engte tussen Noord-en Zuid-Amerika naar het zuiden zijn gekomen. De verschillende Antarctische soorten kunnen zowel gebruik hebben gemaakt van dezelfde route, of langs de westkust van Afrika zijn gereisd.

Oorsprong zeehond

Kenmerken van de zeehond:
Zeehonden zijn zoogdieren en ze behoren tot de roofdieren. Zeehonden hebben zeer goed ontwikkelde tastharen in hun snor en in hun wenkbrauwen. Ze hebben kleine oortjes die ze tijdens het duiken kunnen afsluiten met een ingebouwde drukregeling zodat de druk in het oor constant blijft tijdens het duiken. Ze communiceren niet door te brullen maar door met hun vinnen op het water te slaan. Ze hebben grote achtervinnen en kleinere voorvinnen waar ze mee zwemmen. Zeehonden hebben een dikke speklaag, tegen de kou, met een (meestal gevlekte vacht) met korte stugge haren. Bij de meeste zeehonden soorten zijn de mannetjes en de vrouwtjes heel verschillend van uiterlijk. Meestal zijn de mannetjes veel groter, hebben ze een ander vlekkenpatroon en soms hebben ze zelfs een slurf (bv. De zeeolifant). Gewone zeehonden worden zo’n 117 cm lang en zo’n 45 kilo zwaar, de zuidelijke zeeolifant wordt zo’n 490 cm lang en zo’n 2400 kilo zwaar.  Zeehonden kunnen zo’n 20 minuten hun adem inhouden doordat ze de zuurstof niet alleen in hun bloed maar ook in hun spieren kunnen opslaan en kunnen daardoor tot grote dieptes duiken. Tijdens het slapen ademen zeehonden ook niet en ze kunnen dus ook onder water zo’n 20 minuten slapen. N.B. Ook tijdens het slapen op het land ademen ze niet. Zeehonden worden in normale omstandigheden maximaal 25 jaar.

Zeehond als hapje

Voortplanting van de zeehond:
Zeehonden leven het grootste deel van hun tijd op zee, maar ze keren terug op land of pakijs om zich voort te planten en te bevallen. Omdat de visgronden vaak honderden kilometers van de broedplaats zijn verwijderd brengen de zwangere zeehonden na de bevruchting een lange periode door op zee om te foerageren om zo hun vetreserves op te bouwen. Vervolgens gaan ze terug naar de broedplaats en gebruiken de opgeslagen energie om hun jongen te verzorgen, De moederzeehond moet zelf vasten terwijl ze borstvoeding geeft. Een uitzondering is de gewone zeehond (Phoca vitulina). Deze heeft een voortplantings strategie die lijkt op die van de otter waarbij de moeder korte foerageertochten maakt tussen de verzorgingstijden. Zeehonden produceren dikke, vet-rijke melk die hen in staat stelt om hun jongen te voorzien van grote hoeveelheden energie in een korte periode. Hierdoor kan de moeder weer op tijd naar de zee terug keren om haar reserves aan te vullen. De borstvoeding varieert van 28 dagen bij de noordelijke zeeolifant tot slechts drie tot vijf dagen bij de klapmuts. Dan eindigt de verzorging van de pup en laat de moeder het achter op de broedplaats om te zoeken naar voedsel. De achtergelaten pup gaat op zoek naar voedsel en soms komt het voor dat ze melk stelen bij een andere slapende moederzeehond. Dit kan de dood ven het eigen jong van die moeder tot gevolg hebben omdat ze maar voor één jong melk genoeg hebben.

Zeehond met jong

Groei en ontwikkeling:
De moedermelk is zo calorierijk dat de pup in korte tijd een vetlaag opbouwt. De moeder verlaat de pup al voordat hij zelf kan jagen en de pup teert gedurende enige weken tot maanden op zijn vetlaag zonder te eten of te drinken. (2 weken bij de klapmuts tot 12 weken bij de noordelijke zeeolifant). In die tijd ontwikkelen ze hun longen, hun zwemspieren en de zenuwbanen die ze nodig hebben om te kunnen jagen.