Sinds de Partij van de dieren in de tweede kamer zit is er veel meer aandacht voor de rechten van het dier. Dit is een goede zaak. Het is echter zeker niet de eerste keer dat er een partij opkomt voor de rechten van de dieren.
Wet op het dierenwelzijn
Historie wet op het dierenwelzijn:
De eerste officiële wet op het dierenwelzijn werd door de Nationaal-socialistische regering onder leiding van Adolf Hitler ingevoerd in Nazi Duitsland. Dit was de wet tot verbod op vivisectie. De wet werd aangenomen omdat de Nazi’s het onacceptabel vonden dat dieren het slachtoffer werden van lijden ten gevolge van ondraaglijke folteringen bij dierproeven. Iedereen die, na het aannemen van de wet tot verbod op vivisectie, nog steeds dacht dat ze dieren konden blijven behandelen als levenloze voorwerpen werd naar een concentratiekamp gestuurd. Als onderbouwing voor de wet verklaarde de Nationaal Socialisten dat de dieren niet beschermd moesten worden vanwege menselijke belangen, maar voor zichzelf. De wet werd dus ingegeven door ware dierenliefde en niet door politieke belangen. Duitsland’s huidige dierenwelzijns wetgeving is min of meer een aanpassing van de wetten die de Nationaal-socialisten introduceerden.
Actuele wet op het dierenwelzijn:
Dankzij de Partij Voor de Vrijheid (P.V.V.) is er een nieuwe, strengere wet op het dierenwelzijn aangenomen. De wet is het geesteskind van Dion Graus, Tweede Kamerlid voor de Partij Voor de Vrijheid. Al bij de kabinetsformatie gaf Dion Graus te kennen dat hij meer voor de dieren in Nederland wilde doen. Door het toezeggen van hun steun aan deze nieuw in te voeren wet op het dierenwelzijn, maakten het CDA en D’66, naast andere zaken, handig gebruik van deze grote wens van Dion Graus van de Partij Voor de Vrijheid, om bij het formeren van hun minderheidskabinet de gedoogsteun van de Partij Voor de Vrijheid te verwerven. Het toezeggen van deze steun lag politiek niet gevoelig en zou zeker op de sympathie, mede gelet op het succes van de Partij voor de Dieren, van een groot deel van beider politieke achterbannen kunnen rekenen.
Wet op het dierenwelzijn:
Het aangenomen wetsvoorstel voor de wet op het dierenwelzijn voorziet, naar Amerikaans voorbeeld, in de aanstelling van totaal 500 zogenaamde full time animal cops (dieren politieambtenaren). Deze animal cops zijn agenten die een speciale opleiding hebben gevolgd waarin zij hebben geleerd hoe zij moeten toezien dat dieren in Nederland niet mishandeld of verwaarloosd worden. De invoering van deze nieuwe wet op het dierenwelzijn stuitte echter vreemd genoeg op veel weerstand van de Partij voor de Dieren. De Partij voor de Dieren trok zich terug uit de Kamerdebatten over de nieuw in te voeren wet op het dierenwelzijn toen bleek dat het ministerie van Landbouw geen enkele zeggenschap blijkt te hebben in de wet op het dierenwelzijn. De wet op het dierenwelzijn valt volledig onder justitie maar nog voor de invoering van de wet op het dierenwelzijn bleek dat veel korpschefs de animal cops niet serieus nemen. De Partij voor de Dieren vreesde daarom dat deze hele nieuwe wet op het dierenwelzijn slechts een schijnvertoning zal blijken te zijn.
Wet tegen ritueel slachten:
De Partij Voor de Vrijheid (P.V.V.) steunde ook het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren voor een verbod op het onverdoofd ritueel slachten van dieren. Deze wet heeft het echter nooit gehaald omdat de PvdA, VVD, SGP, CU, CDA en D66, op grond van de wet op de godsdienstvrijheid, tegen dit wetsvoorstel stemden. Hieruit blijkt dat het steunen van het wetsvoorstel van de Partij Voor de Vrijheid waarbij 500 zogenaamde full time animal cops werden aangesteld niet is ingegeven dood dierenliefde maar door een afgewogen politieke manoeuvre om de gedoogsteun van de Partij Voor de Vrijheid binnen te halen.
Waarom mag onverdoofd ritueel slachten:
Één van de redenen van De PvdA, VVD, SGP, CU, CDA en D66 om de wet tegen het ritueel slachten tegen te houden is van historische aard. Er is namelijk in het verleden al wel eens een wet tegen het ritueel slachten geweest in Nederland, toen was het nog met name tegen het koosjere slachtritueel van de Joden. Deze wet was echter in 1940 door de Nazi’s per decreet opgelegd. Na de bevrijding is deze wet in Nederland weer afgeschaft. In een aantal landen van Europa is deze Nazi wet wel van kracht gebleven en daarom ook altijd omstreden gebleven omdat hij op Antisemitische gronden en niet op grond van dierenwelzijn is ingevoerd. Uit alle wetenschappelijke literatuur blijkt namelijk dat de Koosjere slacht de meest humane manier van slachten is en er dus op basis van dierenwelzijn geen enkele grond is voor het verbieden ervan. Omdat er dus geen grond was om het Koosjere rituele slachten te verbieden konden ze op grond van het beginsel van rechtsgelijkheid dus ook het Islamitische Hallal slachten niet verbieden.