In tegenstelling tot wat de meeste mensen weten zijn er twee soorten panda’s. Dit zijn de Reuzenpanda (Ailuropoda melanoleuca), die soms ook wel bamboebeer genoemd wordt en de kleine panda (Ailurus fulgens) die ook wel de rode panda of katbeer genoemd wordt. De meest opvallende overeenkomst tussen de grote en de kleine panda is dat ze allebei bamboe als hoofdvoedsel eten. Voor de rest verschillen ze heel veel van elkaar. De Reuzenpanda is, in tegenstelling tot de kleine panda, een echte beer. De kleine panda is een katbeer en is nauwer verwant aan de wasbeer dan aan de beren. In dit artikel wil ik het verder alleen hebben over de bekendste van de twee, de Reuzenpanda.
De Reuzenpanda
De naam Panda is van oorsprong waarschijnlijk ontstaan uit het Nepalese woord voor bamboe-eter “poonya”. In China, waar de meeste Reuzenpanda’s leven, heet de Reuzenpanda “da xiong mao”, dit betekent “grote katbeer”. De Chinezen noemen hem zo omdat zijn ogen op die van een kat lijken. Chinese schrijvers vermeldden het dier reeds drieduizend jaar geleden. De Reuzenpanda is echter zeker geen katbeer maar is genetisch gezien een echte beer. Uit genetisch onderzoek is gebleken dat de Reuzenpanda, net als hondachtigen, zeeroof-zoogdieren, kleine beren en marterachtigen, dezelfde oer voorouders heeft als de hond, hondbeer zou dus eigenlijk nog een betere naam zijn als katbeer.
Leefgebied van de panda
Het leefgebied van de Reuzenpanda ligt in het westen van China. De Reuzenpanda leeft daar op de laaggelegen berghellingen en brengt de meeste tijd door op de grond. Uit fossiele vondsten blijkt dat de panda in het Pleistoceen (ca. 1 miljoen jaar geleden) over een groter gebied voorkwam dan tegenwoordig. Fossiele vondsten van Panda’s zijn bekend uit grotten en kalksteen-vullingen uit Zuid-China, Vietnam en midden-Thailand. Hij is niet agressief van aard en klimt, als hij bedreigd wordt, meestal snel in een boom waar hij rustig afwacht tot het gevaar geweken is en dan weer uit de boom komt. Ondanks dat de Reuzenpanda (hoofdzakelijk) een planteneter is en hun schattige uiterlijk anders doet vermoeden, zijn Reuzenpanda’s niet ongevaarlijk voor de mens. Er zijn meerdere gevallen bekend waarbij een Reuzenpanda een mens aanviel. Dit was echter meestal pas nadat deze mensen hem langere tijd geïrriteerd hadden. De meeste Reuzenpanda’s leven in de Chinese provincies Sichuan en Yunnan. Reuzenpanda’s leven meestentijds solitair, alleen tijdens de paartijd leven ze een korte tijd samen met een partner. De Reuzenpanda wordt in het wild ongeveer 15 jaar.
Het uiterlijk van de Reuzenpanda
De Reuzenpanda is wit met zwarte oren, zwarte poten, zwarte schouders en zwarte ovale vlakken om hun ogen. Het formaat van de panda komt wat overeen met een flinke Sint-Bernard hond. De Reuzenpanda kan een gewicht bereiken van zo’n 80 kilo.
Leefwijze van de Reuzenpanda
De Reuzenpanda heeft eigenlijk voor een beer een heel afwijkende leefwijze ontwikkeld. Hoewel hij bij de taxonomische orde der roofdieren behoort eet hij nagenoeg alleen bamboe. Hij heeft echter het spijsverteringsstelsel van een vleeseter (carnivoor). De reuzenpanda heeft ook geen genen om cellulose, een stof die veel in bamboe zit, af te breken. Waarschijnlijk heeft hij bacteriën in het spijsverteringsstelsel om deze af te breken. Om toch aan zijn energiebehoefte te voldoen moet hij zo’n 9 à 14 kilo bamboe per dag eten waar hij zo’n 10 tot 12 uur per dag mee bezig is.
Voortplanting van de Reuzenpanda
Eén keer per jaar zoeken de mannetjes Reuzenpanda’s en een vrouwtjes Reuzenpanda’s elkaar, gedurende 2 à 3 dagen, op om te paren. Veel Reuzenpanda’s kampen met vruchtbaarheidsproblemen dus niet iedere paartijd levert een bevruchting op. Dit heeft een aantal oorzaken. Allereerst hebben de meeste mannetjespanda’s een laag libido en zijn daardoor nauwelijks in voorplanten geïnteresseerd. Ook zijn de vrouwtjes tijdens de jaarlijkse paartijd erg kieskeurig en wijzen ze vaak een mannetje af. Daarbij komt dat het vrouwtje maar 12 uur ontvankelijk en dat de paring, doordat het mannetje een opvallend kleine penis heeft, erg moeizaam gaat. Als de bevruchting wel geslaagd is volgt er een draagtijd van 5 maanden. Dan krijgt het vrouwtje meestal één jong met een geboortegewicht van 85 à 105 gram. Het jong drinkt het eerste half jaar bij zijn moeder en blijft totaal 3 jaar bij zijn moeder.
Bedreigde diersoort
Doordat de Reuzenpanda alleen maar bamboe eet wordt hij bedreigd in zijn voortbestaan door het verdwijnen van de bamboebossen in zijn leefgebieden. Doordat ook de voortplanting van de Reuzenpanda erg moeizaam gaat wordt hij met uitsterven bedreigd. Er wordt geschat dat er momenteel nog maar circa 1400-1600 panda’s in het wild bestaan.