Paardrijden is een fantastische sport om je dagelijkse beslommeringen even te vergeten. Helaas gebeurt het erg vaak dat eigenaren van paarden problemen tegen komen welke veelal terug te koppelen zijn naar de manier van rijden en het omgaan met het paard. Door een aantal stappen terug te doen in de training en een stukje ‘overnieuw’ te beginnen, kan iedereen ontspannen rijden en zal het paard weer lol krijgen in het werk.
Jaren geleden heb ik fantastische Volbloed Arabische hengst gekocht. Ik was zelf in die tijd nog niet echt geduldig, dus mijn omgeving vroeg zich af waar ik in hemelsnaam aan begonnen was. Van mijn Fayal heb ik ontzettend veel geleerd, vooral dat je altijd rustig moet blijven en je paard ook moet respecteren. Tijdens het rijden moet je ook denken vanuit het oogpunt van het paard. Wanneer de bais er goed in zit en goed bevestigd is, gaat de rest relatief heel makkelijk. Het leuke is, dat ik mijn rijden en omgaan met paarden heb aangepast door de jaren heen en heb toegepast op allerlei rassen. Er is gebleken dat deze manier werkt bij allerlei verschillende rassen, van Tinker tot Arabier.
Wanneer beginnen de problemen?
Vaak beginnen de problemen wanneer je een stapje verder wilt in de training, of dat nu is wanneer je wedstrijden rijdt of wanneer je recreatieruiter bent. Alles staat of valt met het contact met je paard.
Voorbeelden van problemen:
je paard staakt tijdens het rijden je paard slaat veel met zijn staart en/of schudt veel met zijn hoofd je paard is niet voorwaarts je paard schrikt heel veel tijdens het rijden je paard loopt door het been heen je paard is heel zwaar in de mond je paard vlucht wanneer er wat moeilijkere dingen worden gevraagdDit zijn voorbeelden van problemen die opgelost kunnen worden door een gvoed contact met je paard en je paard op de juiste manier rijden.
Contact krijgen met je paard
Veel mensen nemen niet de tijd om een goede band te ontwikkelen met het paard. Dit kost wel tijd, maar je hebt er uiteindelijk heel veel plezier van. Zeker in het begin (wanneer je het paard pas hebt, of wanneer je paard nog jong is) is het contact maken heel belangrijk. Uiteraard zijn alle paarden gevoelig voor iets lekkers, maar geef niet te pas en te onpas zomaar een snoepje.
Ga in de beginfase (dus ook wanneer je al problemen bent tegen gekomen en je het paard al een tijdje hebt) heel veel dingen samen met je paard doen: stukken wandelen, uitgebreid poetsen, balkjes lopen aan de hand en longeren. Tijdens al deze dingen kan je je paard al gehoorzaam maken met je stem. Wees heel duidelijk: Staan is staan, om is om enz. Dit zal zeker niet meteen de eerste keer lukken, maar bewaar je geduld en herhaal het net zo lang totdat het wel lukt. Let op: Sla je paard nooit wanneer het niet meteen lukt om je paard naar je te laten luisteren. Je kunt met handbewegingen je stem ondersteunen. Bijvoorbeeld wanneer je aan het wandelen bent (laat je paard altijd naast je lopen en niet achter je) en je wilt stil gaan staan: Bereid je paard voor door met een duidelijke stem ‘let op’ te zeggen en geef dan een kort commando. Geef wel altijd hetzelfde commando. Zelf gebruik ik hiervoor ‘Halt’. Tijdens het commando richt je je lichaamrechtop, blijft zelf staan en kan je bijvoorbeeld je linkerhand voor de neus van je paard houden, of je rechterhand op de borst van je paard leggen. Welke beweging je maaktluistert niet zo nauw, maargebruik altijd een rustige beweging en kom niet te hoog met je handen. Belangrijk is dat je altijd hetzelfde commando en dezelfde beweging gebruikt. wanneer je dit veel oefent, zal je paard uiteindelijk al blijven staan wanneer je zelf blijft staan. Wanneer je paard het goed doet, beloon hem uitgebreid met je stem (Goed zo!) en eventueel een klopje op de hals. Nu willen we weer verder stappen en ook daarvoor gebruiken we weer een commando, bijvoorbeeld ‘Kom maar’. Leg je rechterhand op de neus van je paard en beweeg deze naar voren terwijl je zelf ook begint te lopen, wanneer je paard niet volgt, probeer je het overnieuw. Ga niet trekken aan het halstertouw of de teugel, dan krijg je een krachtmeting en die win je nooit van een paard!
http://artikelen.foobie.nl/dieren/infectie-ziekten-bij-paarden/
Denk niet na twee dagen dat alles is bevestigd, maar blijf het een antal weken herhalen, daarna, kan je de frequentie van de oefeningen wat verlagen, maar hou altijd 1 basisdag in de week. Op deze dagben je enkel en alleen bezig met de commando’s.
Zo kan je ook tijdens het longeren en poetsen allerlei dingen doen om je paard bewust te laten worden van jouw aanwezigheid. Geef korte commando’s en gebruik ook je eigen lichaamstaal. Door je paard bezig te houden zal hij ook veel minder vanallerlei invloeden gaan schrikken.
Wanneer je paard goed zadelmak is kan je deze training afwisselen met rijden, maar rijdt niet elke dag! Neem de tijd om op de grond goed contact te krijgen. Hierdoor zal je paard ook tijdens het rijden veel meermee willen werken met hetgeen jij hem vraagt.
Manier van rijden:
Wanneer je contact op de grond goed is,zal jemerken dat je paard tijdens het rijden al meer met jou (de ruiter) bezig is dan daarvoor. Wanneer je begint met rijden, stap je altijd eerst met lange teugel weg. Sommige paarden zullen wegdraven of – spurten, maar probeer je rust te bewaren en rustig te blijven zitten, wanneer je jezelf dwingt rustig adem te halen en met een rustige stem tegen je paard praat, zal hij al snel tempo terug nemen. Ga niet schreeuwen of aan de teugels hangen. Wanneer hij er echt heel hard vandoor bljift gaan, mag je best een keer duidelijk zijn met je teugel in de vorm van een hele duidelijke ophouding en het commando wat je hem hebt geleerd. Maar vergeet direct hierna wat er gebeurd is en rij weer rustig verder aan de lange teugel. Ook dit blijf je herhalen tot het goed gaat (pas op: dit kan best een tijdje duren!).
Als je rustig door de bak kunt stappen, gaan we verder: je paard leren sturen op je gewicht!
In het begin zal je ook hiermee een beetje moeten ‘overdrijven’. Wanneer je naar links wilt, breng dan je gewicht op je linkerzitbeenknobbel, wanneer nodig kan je je bovenlichaam ook naar links brengen. De lange teugel leg je aan de rechterkant tegen de hals. Een paard is een fijngevoelig dier (denk aan een vliegje op zijn huid, die voelt hij al) dus de teugel tegen de hals zal hij zeker voelen. Met je rechterkuit duw je iets meer, gewoon op dezelfde plaats en je linkerbeen blijft op de plaats zonder iets te doen. Naar rechts werkt dit natuurlijk in omgekeerde volgorde. Let er altijd op dat je zelf niet met je gewicht naar voren valt. Blijft altijd goed met je billen in het zadel! Wanneer je paard daadwerkelijk naar links of rechts gaat, al is het maar één stapje, beloon je hem uitgebreid met je stem. Neem de tijd hiervoor en je zal zien dat hij steeds meer stapjes zal gaan doen en je uiteindelijk allerlei figuren kunt rijden aan een lange teugel, dus puur op je zit en je been. vanzelfspreken kan je deze oefeningen vervolgens ook in draf en galop doen. Dit is een belangrijk gedeelte voor de verdere training van je paard. Alleen wanneer deze oefening echt helemaal goed gaat, ben je klaar voor de volgende stap.Als je je paard immers niet op je gewicht en been kunt sturen, hoe kan je dan ooit de rest van alle hulpen duidelijk maken? Dan moet je alles op je teugel doen en dan komt niet goed!
We zijn inmiddels al weken of maanden verder met met de opleiding vanje paard en jezelf. Wanneer je tijdens het rijden nog veeloefeningen in stap doet, vergeet dan niet je paard regelmatig even te longeren oflos te gooien, zodat hij even zijn ei kwijt kan. Je kunt een trainingsschema voor de hele week samen stellen voor jezelf, zodatalle facetten elke week aan bod komen. Bijvoorbeeld:
Maandag: Longeren Dinsdag: Rijden Woensdag: Stappen aan de hand Donderdag: Rijden Vrijdag: Losgooien Zaterdag: Rijden Zondag: Balkjes lopen aan de handWanneer je de mogelijkheid hebt tot weidegang, is het heel goed om je paard dagelijks op de wei te laten lopen, de hele dag, of in ieder geval een paar uurtjes. Je losgooidag kan je dan vervangen door bijvoorbeeld een buitenrit of een uitgebreide verzorgingsdag.
De volgende stap.
Je paard nageeflijk rijden:
Na het losstappen kan je je paard ‘aan de teugel’ gaan vragen. Ik spreek liever over nageeflijk rijden. Je gaat wat zwaarder zitten, geeft iets meer druk met je beide kuiten en gaat geleidelijk aan de teugel meer op maat nemen. Wanneer je op weerstand in de mond stuit, mag je niet verkrampen met je hand, maar moet je juist iets meer gaan duwen met je kuit. Je hand blijft altijd ontspannen, welkan je rustigophoudingen gaan geven, te beginnen met je BUITENteugel. Op een rechte lijn gebruik je beidebenen en teugels.Wanneer je de hoeken in rijdt, ontspan je je binnenteugel (doe jebinnenhand iets naar voren en wanneer nodig iets naar binnen), gaje iets meer op je binnenzitbeenknobbel zitten enleg je je buitenbeen een heel klein stukje naar achteren. Het paard moet zijn binnen achterbeen onder de massa kunnen zetten en dat kan hij niet als je je binnenhand blokkeert. Zo rijdt je ook een volte in, hoe duidelijker de hulpen hoe kleiner je volte zal worden. Als je paard tijdens het inzetten van een volte toch zijn hoofd in de lucht steekt, probeer het dan opnieuw, maar niet zonder nagedacht te hebben wat er fout is gegaan, meestal komt dit door een blokkerende binnenhand of als de ruiter met het bovenlichaam naar voren valt.
Wanneer je bijvoorbeeld van hand wilt veranderen, zijn de hulpen hetzelfde, maar moet je alles na de wending weer herstellen in de uitgangspositie (twee benen en twee teugels) omrechtuit te rijden.
Dit klinkt allemaal heel simpel, maar eerlijk gezegd is dat het ook. Uiteraard zal het bij het ene paard langer duren dan bij het andere, maar als je deze basis onder de knie hebt en dit bij zowel paard als ruiter bevestigd is, zal je merken dat alle andere dingen eigenlijk een beetje ‘vanzelf’ gaan. Tijdens het buitenrijden heb je een prima contact met je paard en zal je de spanningvan te voren aan voelen komen als hij iets eng vindt, waardoor je hier eerder op kan reageren en bij het trainen voor het rijden van wedstrijden zal je paard veel gemakkelijker dingen oppikken.
