blog placeholder

Een vijver herbergt vele verschillende bewoners. Is het niet een teken van voldoening als je zelf gegraven vijver plots de thuishaven is van enkele kikkers en padden.

De groene kikker blijft het hele jaar door in de buurt van de vijver vertoeven. Het is een algemeen bekende soort die tijdens de winter op de bodem van de vijver overwintert. Hij houdt zich schuil in de modder en onder het bladerdek onderin de vijver. In het voorjaar komt hij terug naar het oppervlak en krijgt dan een felgroene kleur met zwarte vlekken. Groene kikkers kunnen veel lawaai maken, door middel van twee blazen onder de kin. Dit doet hij om wijfjes te lokken in de periode tussen mei en juni. Dit gekwaak kan soms wel vele nachten na elkaar duren tot ongenoegen van de buurt.

De grote groene kikker is een soort die meer in Azië voorkomt. Maar doordat deze in vele speciaalzaken te verkrijgen was, is deze ook in Europa ingeburgerd. De grote groene kikker eet soms wel kleine zoogdieren. Hierdoor wordt hij aanzien als een van de grote oorzaken voor het verdwijnen van de groene kikker.

De bruine kikker was een tijdje geleden met uitsterven bedreigd, maar zou ondertussen terug in aantal toegenomen zijn. De bruine kikker zijn menu bestaat voornamelijk uit vliegen en slakken. Het is dan ook geen wonder dat deze door tuinliefhebbers wordt aanzien als een nuttige bewoner. In het vaarjaar, op vochtige avonden, trekken ze naar hun paaivijver. Hier zullen de wijfjes massa’s geleiachtige eitjes leggen. De bruine kikker leeft voornamelijk op land en maakt een knorrend geluid.

De pad kan grote sprongen maken, maar beweegt zich meestal waggelend voort. Ook padden komen in het voorjaar naar de vijver om eitjes te leggen. Deze te onderscheiden door hun snoerachtige vorm. Het voer van deze padden zijn allerhande insecten en slakken. Hierdoor zijn ook deze padden graag gezien in een moestuin.

De rugstreeppad is een kleinere soort, die zeer makkelijk te herkennen is door de gele streep over z’n rug. Hij houdt zich schuil in droge, donkere plaatsen. Als de rugstreeppad opgeschrikt wordt, kan deze zeer snel rennen.