blog placeholder

Tegenwoordig kan de kat beter samenleven. Per kat 2-3 maatjes en voor de rest tolerantie, evenwicht.
Meerdere katten in huis: kiest eigen kamer? Dan tolerantie maar geen maatjes.
Kat heeft weinig marge dus goed aanpakken met introductie.
Kat wil geen conflicten, dus gaat het niet aan. Meer slapen dan gemiddeld kan teken zijn voor onveiligheid, trekt zich terug.

Kattenrassen

Er valt  een indeling te maken naar herkomst. Sommige kattenrassen zijn originele fenotypen die een eigen uiterlijk hebben waarmee ze al eeuwen in een bepaald gebied voorkomen, anderen zijn ontwikkeld door kruisingen of ontstaan door mutaties. Elk ras heeft een specifiek uiterlijk en een eigen raskarakter.
De indeling van kattenrassen is gemaakt op basis van de volgende kenmerken:

  • Herkomst
  • Karakter
  • Uiterlijk , lichaamsbouw: vorm hoofd, ogen, hals, oren, poten en staart
  • vacht
  • en kleuren.

De  vachtlengte. Er zijn langharige katten (waaronder alleen het Perzische ras zit), de halflangharige katten zoals de Heilige Birmaan, de Noorse Boskat, de Balinees, en de kortharige katten zoals de Brits Korthaar, de Mau, de Siamees en de naakte Sphynx.

Een ander voorbeeld van indeling is de lichaamsbouw: er zijn de Oosterse typen, zoals de lange, slanke Siamees, er is het gematigde type zoals bijvoorbeeld de Abessijn of de Devon Rex, het compacte Cobby type waaronder bijvoorbeeld de Pers en de Britse Korthaar thuishoren, de grote typen, zoals de Maine Coon, de Noor en de Siberische katten en het stevige maar elegante type zoals de Heilige Birmaan, de Ragdoll en de Bengaal.
Ook de aftekening en de kleur kunnen voor een indeling zorgen.

 

Evolutie:

  • 11 miljoen jaar geleden ( Mioceen) de eerste voorvaderen in Zuid-Oost Azie ( de echte katten, geslacht Panthera).
  • Als laatste loot de huiskat.

Domesticatie:

Afrikaanse Wilde Kat:
– domesticatie 10.000- 12.000 jr.
– domesticatieproces onduidelijk.

De praktijk:

  • Verwildert gemakkelijk
  • Miauwen is aanpassing aan de mens
  • Aaien moet vaak geleerd worden ( socialisatie)

Sociale organisatie:

–        Mate van sociaal zijn hangt af van de kater

–        Matriarchale samenleving: vrouwelijke dieren met vrouwelijke en jonge mannelijke nakomelingen ; katers vormen vrijgezellen groepen; 1 topkater loopt rond.

Grootte groep is afhankelijk van het voedselaanbod en grootte gebied.

In het wild miauwt een kat niet.
Gedrag blijkt wel overerfbaar te zijn, vb is mauwen kat en vocaliseren hond.

Vader is van wezenlijk belang voor hoe sociaal kittens zijn ( andere diersoorten niet bekend).
Buik is vaak plek voor aaien dat kat je reflexmatig grijpt.

Kat = solitair.

Matriarchaal= vrouw heeft het voor het zeggen.

Territorium

Kat is zeer territoriaal, invloed geslachtshormonen.
Grootte territorium varieert van:
– 0,3-170ha poes
– 0,7 – 620 ha (intacte) kater.

Ze willen elkaar niet tegen komen, dus markeren met geur ( op bepaalde tijden)om elkaar te ontlopen.
Voorkomen conflicten met geur en uitgaansrooster. Lees dit artikel voor informatie over de voortplanting van de kat.

De praktijk:

  • X aantal katten in huis
  • X aantal katten in de buurt
  • Bezoek/ druk huishouden
  • Wel/niet hoge ligplaatsen in huis en buiten
  • Wel/ niet mogelijkheid tot krabben

Wil uitkijken over territorium, dus zoekt hoge plekken op voor veiligheid.

 

Klein poesje

Communicatie:

Visueel:
Oren, ogen, snorharen, staart, lichaam.
Offensief (  aanval): lichaam rechtop, staart laag, oren naar voren.
Defensief( verdediging): lichaam klein, oren plat.

Als ander wil aanvallen: oren naar achter( bescherming) maakt zich klein.
Snorharen naar voren → wil aanvallen.

Verbaal:
16 fonetische patronen,zoals:
miauwen, grommen, blazen, krijsen, spinnen, mekkeren.
– zowel op in-als uitademing.
– hoe hoger →angst ( meer paniek), hoe lager →dreiging.

Olfactorisch:
Markeren op de vaste routes.
– met geur van kop, flanken en staart.
– met urine ( sproeien) en ontlasting ( kater om de 5m sproeien)
– door te krabben
Feromonen:
– F8= seksuele component
– F4= sociale component.

Urine: hoe meer van territoriumcentrum, des te meer laat hij het open en bloot liggen.

Jachtgedrag:
– is onafhankelijk van het krijgen van eten.
– prooisoort is aangeleerd door voorbeeld van moederpoes
– 1:15 pogingen succesvol
– “spelen”met de prooi is functioneel. ( oefenen: testen, nekbeet, bejagen).

Heb je zelf een kat dan is goede voeding van groot belang om een gezonde kat te houden.

Lichaamsbouw:

  • Oren die muizengekwebbel horen
  • Ogen zijn nachtkijkers
  • Sterke bespiering achterhand geeft sprongkracht
  • Tastharen op de kop en poten voor springen
  • Lenige ruggengraat: > minder botten dan mens.
  • Vergroot deel in de hersenen van het evenwichtscentrum
  • Sprinter en springer.

Op pootjes terecht komen is afhankelijk van hoogte.
Evenwichtscentrum is bij kat het meest ontwikkeld. ( bij hond reuk).

De praktijk: eten en drinken:

  • 20x per dag een beetje
  • Zeer gevoelig voor vieze bakjes
  • Gevoelig voor het materiaal
  • Water niet naast het voer

Kunststof bakjes niet geschikt i.v.m geur/ bederf. Aluminium/ roestvrijstaal wel geschikt: glas aardewerk.

Water: liefst stromend water ( kan obsessie worden).

Spelen:

Vaak/ veel.
Jachtspel imiteren.
propjes papier.
Trainen kan: minimale poging bekrachtigen ( anders dan bij hond).

Ontwikkelingsfasen:

Neonatale fase: 0-14dg
– doof en blind geboren, wel tast en reuk.
– voelen het gespin van moeder tijdens sabbelen.
Overgangsfase: 2-3wk
– met 5 dg oud sommige geluiden hoorbaar, pas met 4 wk gehoor compleet ontwikkeld.
– na de eerste week ogen open, pas met 3 a 4 mnd helemaal operationeel.

Oren en ogen worden steeds scherper.

1ste socialisatieperiode:

  • Eerste socialisatieperiode: 4-8wk ( 15-20min contact perdag)
  • Met 4wk mobiel genoeg om van de nestplaats te verwijderen.
  • Speenperiode: vast voedsel beginnen te eten.
  • Socialisatie op de mens nmet name vanaf 2e tot 7e week.
  • Sociaal spel, oefenen voor de jacht.
  • Spel met voorwerpen, bewegingsspelletjes: vanaf 6wk.

2e socialisatieperiode:

  • 2 socialisatieperiode: 8-16 wk
  • Eerste vaccinatie ( na 2 wk bescherming).
  • Vermijdingsrespons neemt toe
  • Sociaal spel maximaal met 12-14 wk, daarna meer echte gevechten.
  • Spel met voorwerpen, bewegingsspelletjes: top met 18 wk.

Voor 14de levensweek bij andere katten introduceren.
Bij hond 7de week socialisatie.