De honinggoeramie behoort tot een aparte groep vissen, namelijk de labyrinthvissen. Deze vissen kunnen niet alleen adem halen door middel van de kieuwen, maar ook gewoon lucht happen. Mede hierdoor bevind dit visje van max. 5cm. zich voornamelijk in de bovenste en middenlaag van het aquarium. Op het moment van schrijven zijn het de kleinste goeramies die bekend zijn en in het aquarium gehouden worden. Het betreft geen bedreigde diersoort en komen voor in Bangladesh en Noord Oost India. De natuurlijke habitat bestaat uit dichtbegroeide en langzaam stromende of stilstaande riviertjes.
De honinggoeramie is een vis die goed in een gezelschapsbak kan, mits er rekening wordt gehouden dat de tastdraden niet worden aangevreten door andere vissen. Het is dus niet aan te raden om een honinggoeramie te houden met bijvoorbeeld vijf-streep-barbeeltjes. Alleen als het mannetje een schuimnest heeft gemaakt tijdens de paaitijd wil deze nog wel eens agressief zijn tegenover andere vissen, maar verder laat blijft de honinggoeramie vriendelijk tegen de andere bewoners.
Het aquarium
Als minimummaat voor het aquarium moet men 60cm aanhouden. Vanzelfsprekend is natuurlijk dat hoe groter de bak, des te beter het is. Het is aan te raden om de bak goed te beplanten, zodat er schuilplaatsen zijn voor de vrouwtjes. Ook drijfplanten worden op prijs gesteld (met name tijdens de kweek). Een goede plant hiervoor is Riccia Fluitans.
De PH moet rond de 6,5-7 liggen met een hardheid tot 15GH. De watertemperatuur moet ongeveer 22graden tot 26graden zijn. Deze temperatuur moet ook de lucht boven het water zijn, aangezien zij anders bij een te groot verschil last kunnen krijgen van hun labyrinthorgaan.
In een 60cm bak is het verstandig om een koppeltje honinggoeramies te houden. In een 80cm bak kan een harempje (1m,2v) goed gehouden worden, mits er voldoende schuilplaatsen zijn. Voor meerdere mannetjes is een meterbak toch echt de minimumafmeting met oog op terratoriumvorming.
Voeding
De Honinggoeramie is geen moeilijke eter en eet ook vaak direct na aanschaf mee met de rest van de vissen. Wel moet er rekening worden gehouden met de afmeting van het voer, aangezien ze een kleine bek hebben. Onder andere de volgende voersoorten worden geaccepteerd:
- Vlokvoer
- Granulaat
- Tabletten
- Diepvries/Levende rode muggenlarven
- Diepvries/Levende witte muggenlarven
- Diepvries zwarte muggenlarven (levende mogen niet worden verkocht in Nederland)
- Diepvries/levende watervlooien
- Diepvries/Levende pekelkreeftjes (Artemia)
- Dieprvries/levende cyclops
- Kleine garnaaltjes (deze willen ze nog wel eens pakken als die in de bak zitten)
Geslachtsonderscheid
Het geslacht bepalen is niet heel makkelijk. Over het algemeen kan worden gezegd dat het mannetje een mooie honingkleur heeft met een zwart tot grijs/zilvere baard. Het vrouwtje daarentegen is vaak wat bruiner/grijzer dan het mannetje en heeft de bekende “baard” niet. In de paartijd krijgt zij vaak een donkere streep over het lijfje heen. En hier gaat het vaak fout. Op het moment dat een mannetje in de stress zit (geen beschutting, verkeerde waterwaarden, meerdere mannetjes bij elkaar) vertoont deze niet de honingkleur, maar juist de grijze kleur met een donkere streep. Op deze manier lijkt hij heel erg op een vrouwtje en is een vergissing snel gemaakt.
Kweken
Het kweken wil nog regelmatig lukken in een gezelschapsbak, mits er rustige vissen in gehouden worden. Net als andere labyrinthvissen wordt er een schuimnest gemaakt. Het enige verschil met de andere labyrinthvissen is dat de honinggoeramie geen gebruik maakt van plantenresten.
In de paartijd kleurt het mannetje nog feller dan normaal en krijgt het vrouwtje een donkere streep over d’r lichaam. De paardans van het mannetje is erg mooi om te zien. Hij probeert het vrouwtje onder het nest te lokken met zijn dans en drukt haar vervolgens tegen de grond. Op dat moment laat zij d’r eitjes los en bevrucht hij ze. Vervolgens zorgt het mannetje dat de eitjes in het schuimnest zitten en jaagt hij alle andere vissen weg inc. het vrouwtje.
Afhankelijk van de temperatuur van het water duurt het ongeveer 2-3 dagen voordat de eitjes uitkomen. Een nest bestaat uit ongeveer 100eitjes. De broedzorg houdt dan nog niet op voor het mannetje, want de komende 3 dagen zal hij de jongen blijven beschermen en waar nodig ze terug het nest in spugen. Schrik dus niet als je in de eerste dagen ziet dat het mannetje een kleintje opslikt, want dan brengt hij deze terug naar het nest.
Echter als de jongen een dag of drie oud zijn, veranderd er iets in de kop van het mannetje en beschouwd hij zijn eigen grut als een lekker hapje. Mede hierdoor zal het niet vaak gebeuren dat er jongen overleven in een gezelschapsbak. Het is bij mij een paar keer gebeurd, maar wat dan belangrijk is is dat er genoeg fijne drijfplanten aanwezig zijn waar de jongen in kunnen schuilen. Wat ook een tip is is om wat javavaren vast te maken boven in de bak aan de achterwand. Door de ruimte tussen de wortels kunnen de jongen hier goed schuilen. De jongen kunnen in een gezelschapsbak vaak genoeg infusorien vinden om op te groeien. In een kweekbak (waar de jongen het ook vaak niet in overleven) is het van belang dat de infusorien worden toegevoegd.