blog placeholder

Slangen zijn fascinerende dieren, toch boezemen ze angst in.  Zijn ze zo gevaarlijk als we vermoeden of toch juist niet ?  In het volgende artikel lees je er alles over.

Slangen horen tot de groep van de reptielen.  Dit zijn dieren met een geschubde huid.  Zo zijn er onder andere hagedissen, krokodillen en schildpadden.  De meeste reptielen hebben vier poten en een lange staart.  Behalve slangen, die hebben geen poten, zij hebben een hele lange ruggegraat.  Door die ruggengraat kunnen ze zich in elke richting buigen, zichzelf oprollen en in een knoop leggen.

De meeste slangen leven op het land.  Sommigen vindt je terug onder stenen of in het zand, anderen leven dan weer tussen de takken van de bomen.  In enkele warme delen van de wereld leven slangen in het water.  De bruine zeeslang is zo’n slang die nooit aan land komt.

Verschillende soorten

Er bestaan bruine, grijze en zwarte slangen, die leven meestal op de grond en vallen zo moeilijker op.  Boomslangen zijn meestal groen en kunnen zich zo verbergen tussen de bladeren.  Er bestaan ook slangen met rode en gele schubben.  Deze felle kleuren waarschuwen andere dieren dat ze giftig is.

Habitat

Slangen houden van warme streken omdat ze ectotherme dieren zijn.  Dit wil zeggen dat ze warmte opnemen uit hun omgeving en dat hun lichaamstemperatuur gelijk is aan hun omgeving.  Wordt het frisser dan daalt hun lichaamstemperatuur ook.  Ze koesteren hun graag in de morgenzon, dan kunnen ze weer opwarmen na een koude nacht.  In koude gebieden sterven slangen omdat ze hun lichaam nooit warm genoeg kunnen maken.  Er zijn een aantal slangen die in een koeler deel van de wereld leven, je vindt ze in de winter in een warm hol.

Eieren

Bijna alle slangen leggen eieren.  D eieren zijn leerachtig en hebben geen harde schaal.  vrouwelijke slangen leggen hun eieren en vertrekken dan? ze wachten niet op de jongen.  Enkele soorten zoals pythons bewaken hun eieren.  Het duurt een paar weken tot een babyslang zich volledig heeft ontwikkeld in zijn ei.

Als de tijd rijp is om uit te komen, hakt de babayslang zich met behulp van een speciale eitand naar buiten.  Een jonge slang zit opgerold in het ei, wanneer hij uitkomt is hij 7 keer zo lang als het ei.

Levendbarenden

Bij sommige slangen ontwikkelen de eieren zich in het lichaam van de moeder.  De babyslangen komen uit de eieren terwijl ze nog in de moeder zitten.  Daarna brengt de moeder ze ter wereld.

Opgroeien

Pas uitgekomen slangen zien er net zo uit als de volwassen slangen.  Ze worden niet door hun ouders gevoed en zoeken dan maar zelf een veilige plek op.

Vervellen

Een slang heeft een geschubde huid en deze kan niet meegroeien.  Zijn huid gaat vervellen naargelang hij groter wordt.  Wanneer een slang klaar is om te vervellen verspreidt er zich olie onder de buitenste huidlaag.  De oude huid splijt open en wordt in één stuk afgestroopt.  Daaronder is de nieuwe huid al zichtbaar.  Slangen stoppen nooit met groeien, dus vervellen ze meerdere keren in hun leven.

Voortbeweging

Slangen hebben geen poten en bewegen zich voort door te kronkelen of glijden over de grond.  De meesten kronkelen heen en weer over de grond.  Zware slangen echter glijden langzaam in een rechte lijn. Ze zetten zich af met hun huidschubben.

Het is moeilijk voor een slang om over los zand te bewegen.  Deze dieren hebben een ander manier gevonden, zij bewegen hun zijwaarts.

Zintuigen

Hun zintuigen gebruiken ze om hun weg te vinden of een prooi te zoeken.  Slangen kunnen niet goed zien, maar hun gehoor en reukzin is uitstekend.  Hun oren zijn volledig bedekt maar ze voelen de trillingen van de grond.  Deze trillingen vertellen hen of er in de buurt een dier aanwezig is.

Wat er zo specifiek is aan de slang is hun gevorkte tong, zo vangen ze geurdeeltjes op.  De tongpunten worden vervolgens in een speciaal zintuigorgaan in het gehemelte van de slang geduwd.

Er zijn ook slangen die ’s nachts jagen, zoals pythons en groefkopadders.  Ze zien niet veel in het donker maar nemen de warmte van hun prooi waar.  Ze doen dit met warmtegevoelige groeven in hun gezicht.

Roofdieren

Slangen zijn roofdieren want ze doden andere dieren en eten hen op.  Veel slangen jagen op verschillende dieren van insecten tot hagedissen.  Haakneusslangen eten bv alleen maar spinnen.  Reuzeslangen zoals boa constrictors en pythons eten ook grote dieren zoals herten, geiten en zelfs mensen.

Doordat slangen geen poten hebben om hun prooi vast te houden en er stukjes vanaf te bijten slikken ze hun prooi in één keer door.  Meestal de kop eerst.  Slangen kunnen hun bek heel wijd openen.  Hun onderkaak is los verbonden met de onderkant van de schedel.  Hun tanden zijn naar achteren gericht om te voorkomen dat zijn prooien ontsnappen.

Wurgslangen

Boa’s en pythons, de grootste slangen zijn wurgslangen, zij drukken hun prooi dood.  Ze vangen hun prooi en wikkelen zich dan om het slachtoffer heen.  iedere keer het slachtoffer uitademt, trekt de slang zich strakker om zijn lichaam.  Uiteindelijk kan het slachtoffer niet meer ademen of zijn bloed kan niet meer door zijn lichaam pompen.  Zodra de prooi dood is, ontspant de slang zich en ontrolt hij zich een beetje, waarna hij de prooi begint door te slikken.  Zijn huid is zeer elastisch en hoe verder de prooi verteert, hoe kleiner de bobbel wordt in zijn lichaam.  Hele grote slangen kunnen het dan ook doen met één maaltijd op een heel jaar.

Gifslangen

Gifslangen produceren natuurlijk gif.  Ten eerste om hun prooi te doden en ten tweede om zichzelf te beschermen.  De meest giftige slangen zijn adders, cobra’s, de Australische bruine slangen en zeeslangen.  Een cobra spuwt gif in de ogen van haar slachtoffers.  In de kop van de slang zit een klier die het gif aanmaakt.  Via een lange giftand wordt het gif in zijn prooi gepompt.  Sommige giffen doden snel, anderen verzwakken de prooi alleen.

Verdediging

Slangen hebben natuurlijk ook hun bedreigingen, vb mangoesten en secretarisvogels.  Gifslangen kunnen natuurlijk terug vechten, maar andere slangen hebben een andere methode om zichzelf te beschermen.  Ze kunnen hen camoufleren of hun dreiging afschrikken door felle kleuren.

Als je als mens door een slang gebeten wordt bestaan er medicijnen om het gif te bestrijden.  Maar een mens wordt niet zo vaak gebeten als men denkt.

Trouwens het gif wordt vaak gebruikt in medicijnen tegen hoge bloeddruk, de slang wordt dan gemolken.

Bedreigingen

Veel slangen worden bedreigd, doordat hun habitat wordt vernietigd door de mens.  Ze worden ook vaak gedood omdat ze giftig zijn.  Andere slangen worden dan weer opgejaagd om hun huid waar schoenen en handtassen van worden gemaakt. Vele met uitsterven bedeigde slangen worden gefokt in dierentuinen om dan later in het wild te worden uitgezet.

In ieder geval, niemand ziet graag een slang dichtbij komen, maar ze blijven de mens fascineren.