blog placeholder

KENMERKEN

De stormmeeuw (larus canus), ook wel bekend als de kleine zilvermeeuw, maar heeft een wat vriendelijker voorkomen dan de zilvermeeuw, is ongeveer 41 tot 50cm lang. De stormmeeuw is niet zo´n heel erg opvallende meeuw. De veren op zijn rug zijn grijsachtig van kleur en zijn staart is zwart-wit gestreept. Zijn snavel is geel en is krom naar beneden gebogen. Ook is zijn snavel vrij dun. De iris van de stormmeeuw is meestal donker van kleur. Zijn poten hebben een groen-gele kleur. De naam stormmeeuw heeft hij te danken aan het feit dat hij verder het land intrekt als het erg slecht weer is en/of stormt. Hij trekt ook verder het land in dan de zilvermeeuw om voedsel te zoeken. Het uiterlijk van de stormmeeuw doet ook veel denken aan de drieteenmeeuw. Maar bij de drieteenmeeuw zijn de poten niet groen-geel maar zwart van kleur. Stormmeeuwen brengen een wat scheller geluid voort dan andere meeuwen.

LEEFGEBIED

De stormmeeuw komt in heel Nederland wel voor. Ze komen in het binnenland voor, maar ze hebben een voorkeur voor de kust, omdat ze het liefst bij water leven. Er leven veel stormmeeuwen op Texel.

NEST EN JONGEN

De legtijd van deze vogel is eind mei tot begin juni. Meestal worden er 3 gevlekte eieren gelegd die in ongeveer 28 dagen worden uitgebroed, wat door beide ouders wordt gedaan. Het nest van de stormmeeuw is nogal rommelig gebouwd van zeewier of gras op de grond. Maar tegenwoordig bouwen de stormmeeuwen hun nest ook wel wat hoger, zoals op een lantaarnpaal of op daken van huizen en gebouwen. Meestal broeden de stormmeeuwen in kleine kolonies, maar ook wel aan de rand van andere meeuwenkolonies, aan de westkust van Europa. Vogels die meer in het Noorden broeden, komen hier in Nederland ook wel om te overwinteren. Dit worden wintergasten genoemd. De stormmeeuwen die in Nederland broeden trekken in de winter meer het land in. Als de eieren zijn uitgekomen blijven de jongen een tijdje in de omgeving van het nest. Na ongeveer 5 weken kunnen de jongen goed vliegen.

VOEDSEL

Stormmeeuwen eten regenwormen, die de meeuwen op een grappige manier uit het gras omhoog laten komen door met hun voeten te trappelen. Daardoor gaat de grond trillen en de wormen schieten dan omhoog uit de grond. Vooral in de winter zie je veel stormmeeuwen in de weilanden om daar hun eten te zoeken. Stormmeeuwen eten verder schaaldieren, insecten, zoals bijvoorbeeld de welbekende vliegende mieren. Als de mieren uitvliegen, gaan de stormmeeuwen ook de lucht in om de mieren met hun snavel uit de lucht te pakken en op te eten. Ze eten zaden, maar ze proberen ook weleens de eieren van andere vogels af te pakken om op te eten. Ze eten zelfs dode vissen en alle soorten afval die ze maar kunnen vinden. Daarom zijn ze ook vaak te vinden op vuilnisbelten. Als de stormmeeuwen nog jong zijn worden ze door beide ouders gevoerd.