De Holsteiner is een paardenras, en wellicht het oudste rijpaard uit Duitsland. In de voorbije eeuwen werd dit ras voornamelijk als koetspaard gebruikt, maar tegenwoordig worden ze meestal gebruikt voor topsport.
Geschiedenis
De Holsteiner werd voor het eerst beschreven eind 13de eeuw, in een klooster in Uetersen. Later, in de 17de eeuw werd de Holsteiner vaak gebruikt als koetspaard. De Franse cavalerie kocht toen duizenden van dit soort paarden aan per jaar. Ook door het Pruisische leger werden ze veel gebruikt. Het echte fokken is nog maar ongeveer 100 jaar bezig. Toen begon met de zware Holsteiners te kruisen met Engelse volbloeden, Andalusiërs en Anglo-Arabieren. Hierdoor werd de Holsteiner veel eleganter dan vroeger. Sinds de jaren ’30 worden ze ook vaker ingezet bij de springsport, vooral na de Tweede Wereldoorlog werden ze één van de populairste rassen voor springwedstrijden. Door verdere kruising met andere toprassen werd de Holsteiner wat hij vandaag is, een modern sportpaard dat in alle disciplines wordt ingezet.
Uiterlijk
Het hoofd van de Holsteiner heeft een recht profiel, ze hebben zeer expressieve ogen en grote neusgaten. De hals is zeer sterk en laag aangezet. Ze hebben gespierde schouders en een hoge schoft. De Holsteiner heeft zeer stevige gewrichten, wat ook nodig is voor het springen, en grote, ronde voeten. Ze hebben een iets compactere romp en lange benen. De schofthoogte is tussen 1,65 en 1,75 meter. Ze komen voor in verschillende tinten bruin, maar ook in vos en schimmel.
Karakter
De Holsteiners zijn betrouwbare, intelligente, stressbestendige en gehoorzame paarden. Deze eigenschappen zorgen er voor dat ze tot de absolute top behoren in zowat alle disciplines die er zijn. Ook voor amateurruiters zijn ze een zeer goed basispaard. Ze zijn gezien hun kwaliteiten, wel redelijk duur in aankoop.