blog placeholder

De naam ‘harpij’ betekent letterlijk ‘roofster’. Het is de grootste soort uit de familie met een maximale spanwijdte van meer dan 2,5 meter! Deze gevederde vlieger wil je niet tegen het lijf lopen!

Latijnse naam: Harpia harpyja

Lengte: 89 tot 105 cm

Spanwijdte: Tot 250 cm

Gewicht: 6,5 tot 9 kg (Record 12,3 kg)

Leeftijd: 25 tot 35 jaar in gevangenschap

Broedtijd: 56 dagen

Eieren: 1 tot 2

Beschreven: 1758 (Linnaeus)

Vindplaats: Brazilië/Panama/Venezuela

Familie: Accipitridae (Kuifarenden)

 

Uiterlijk

Het verenkleed van de harpij is donkergrijs, behalve de asgrijze kop en de witte buikzijde. De vleugels zijn breed en de roofvogel bezit over een beweeglijke staart. De harpij heeft een opvallende, dubbele kuif van lange veren op de bovenkant van de kop. Deze kan opgezet worden en is zowel bij mannelijke als vrouwelijke vogels aanwezig. Vrouwtjes zijn gemiddeld 1/3 groter als de mannetjes maar zien er hetzelfde uit.

De nagels of eerder klauwen van de harpij zijn geduchte wapens. Ze kunnen 13 cm lang worden (Groter dan de klauw van een grizzly) en zijn in staat krachtig samen te trekken. Harpijen hebben gele of bruingele ogen waarmee ze hun omgeving scherp kunnen observeren. Harpijen kunnen een snelheid bereiken van 80 km per uur!

Leefgebied

Harpijen zijn te vinden in de tropische regenwouden (o.a. Amazone) van Zuid- en Midden-Amerika in het laagland tot 900 m hoogte. Ze jagen in open gebieden met minder bomen maar ook gewoon in het dichtbegroeide regenwoud. De alerte ogen zijn dan erg handig. 

Hun verspreidingsgebied begint bij Zuid-Mexico en gaat door tot Noord-Argentinië. Door vernietiging van het regenwoud neemt het aantal harpijen af. Vooral versnippering van het bos is een risico, want de harpij heeft een groot jachtgebied nodig.

Jacht

De harpij is een gevreesde vogel voor vele dieren uit zijn verspreidingsgebied. Ze eten bijvoorbeeld opossums, leguanen, slangen, papegaaien en toekans maar ook grotere dieren zoals de pekari, luiaards, boomstekelvarkens, kapucijnerapen en kleine herten. Harpijen zijn goed in het manoeuvreren tussen de bladerdaken van de jungle. Ze grijpen hun prooi met de gekromde klauwen door een snelle duikvlucht te maken.

In sommige gebieden bestaat dertig procent van het voedsel van de harpij uit luiaards. Wanneer deze zoogdieren zonnebaden op een open plek in de bomen, vormen ze een gemakkelijke prooi voor de harpij.

Broedtijd

Gebruikmakend van takken en twijgen maakt de harpij een groot, slordig nest. Dit nest wordt vaak ook nog eens bedekt met bladeren. Het nest wordt zo’n vijftig meter boven de grond gebouwd, op een rots of in een hoge boom.

In het midden van het regenseizoen worden meestal één of twee eieren gelegd. De kuikens worden door hun monogame ouders opgevoed. Monogaam betekent dat deze vogels hun leven lang dezelfde partner houden.

Als er twee kuikens zijn eet de sterkste het meest, zodat het tweede kuiken zwakker wordt en uiteindelijk sterft. Het jong blijft meestal 7 maanden bij de ouders voor het zelfstandig wordt. Kuikens hebben een grijs, pluizig verenkleed.