Veel mensen kiezen bewust voor een asiel hond of een buitenlandse hond. In principe voor de basis is een hond een hond en moet een hond de rust en de gelegendheid krijgen zich te settlen. Wij weten wel dat we het beste voor hebben met de hond maar de hond moet dat nog ontdekken.
Rust en stabiliteit in de eerste weken
Echt heel belangrijk:
Verwacht in het begin nog helemaal niets van je hond. De ene hond zal zich sneller herstellen en aanpassen dan de andere hond, maar doe het de eerste wek en rustig aan. In het begin hoeft hij nog niet naar zijn naam te luisteren of commando’s te leren. Bouw alles langzaam op.
Geef je hond de eers te weken heel veel rust om zijn indrukken te verwerk en. Zet de mand of (bij voorkeur) de bench in een prikk elarme omgeving. Bijvoorbeeld in de woonkamer naast de bank in een hoek , zodat de hond wel kan zien wat er gebeurt, maar niet direct in de drukte staat.
Laat de hond heel regelmatig slapen, of in ieder geval tot rust k omen in de bench. Neem in dat geval in het begin zelf ook regelmatig een time out, pak een boek of een tijdschrift en nestel je naast de bench. Dit geeft de hond een veilig en vertrouwd gevoel en daardoor kan hij ook rustig gaan liggen.
Doe dit in ieder geval in de eerste paar dagen. Ga vervolgens af en toe eens een poosje weg bij de bench en kom weer terug en ga zitten. Zo geef je je hond de zekerheid dat je hem niet vergeet.
Laat de eerste twee weken niet al te veel visite komen die je nieuwe hond willen komen bek ijken. Dit geldt ook voor drukke kinderen en andere honden. Geef je hond rust. Na die twee weken kun je langzaam gaan beginnen om je hond te wennen aan het leven van alle dag. Binnen ongeveer 8 weken kun je zijn op het niveau dat ook voor een “normale” hond geldt. Dan kun je langzaam aan gaan beginnen met k leine stukjes training, bijvoorbeeld zit en af. Belangrijk: Leg zek er de eerste weken geen druk op de hond.
Stabiliteit binnen
Voor de duidelijkheid, voor de veiligheid en voor het bevorderen van het hechtingsproces, is het voor je hond in het begin belangrijk dat hij zich niet door het hele huis k an bewegen. Laat hem bij binnenkomst het hele huis onderzoeken, maar beperk daarna zijn bewegingsvrijheid tot 1 hoogstens 2 kamers binnenshuis. Liefst natuurlijk de woonkamer zodat de hond niet het idee heeft dat hij buitengesloten wordt. Daar staat zijn bench met een deken of iets waarop hij kan liggen zodat hij een eigen veilige plaats heeft. Daar krijgt hij zijn eten en daar speelt hij. En er staat een bak vers water die de hele dag ter beschikking is. Zorg er bij voorkeur voor dat dit een ruimte is waar je hond zo weinig mogelijk prikkels krijgt. Dus geen ramen direct naar de straat, geen ruimte waar de visite direc t binnen staat, dat soort dingen.
Dit zorgt ervoor dat je hond zich binnen snel veilig voelt en dat hij zich kan concentreren op wat er binnen allemaal gebeurt en daar ook aan kan wennen. Als hij ook alles buiten in de gaten moet houden (door het raam) zal zijn wereld waar hij aan moet wennen een stuk groter zijn en zal hij constant nieuwe prikkels krijgen. Hierdoor raakt hij overprikk eld, met als gevolg dat het langer duurt eer hij zich veilig voelt. Hij krijgt te weinig rust om al zijn indrukken te verwerken en hij krijgt geen tijd om goed contac t met zijn baasjes te maken, omdat hij cons tant de omgeving in de gaten moet houden.
Als je hond een aantal weken bij je is en hij zoekt je regelmatig op om oogcontact te maken, als hij rustig gaat slapen en dan met name dromen (te zien aan spiertrekkingen tijdens de slaap) in de ruimte waar hij verblijft, dan is hij ontspannen en kun je rustig aan de teugels gaan laten vieren. Hou in de gaten dat hij zich steeds veilig blijft voelen in de ruimte, dus als hij meer ruimte krijgt dat hij dan nog steeds ontspannen blijft slapen, s pelen etc.
Stabiliteit buiten
Voor de stabiliteit, veiligheid en geborgenheid van je hond is het ook belangrijk dat je in de eerste weken geen grote stukk en met hem gaat lopen en vooral dat je op “bekend” terrein blijft. Een wandeling in de omgeving van het huis is het beste, de eers te weken een prikkelarme wandeling. Iedere keer dezelfde wandeling al doe je dat vijf keer per dag, zodat hij op een gegeven moment ieder grassprietje en ieder zandkorreltje in de omgeving van het huis kent. Een wandeling van 10 minuten per keer is voor de eerste paar weken ruim voldoende. Je hond stopt op dit moment zoveel energie in het verwerk en van indrukken, het leren k ennen van de omgeving en het leren kennen van de regels in huis. Daar kan hij ruim voldoende zijn energie in kwijt.
Pas als hij buiten volledig ontspannen is, geen stress vertoont als hij buiten is en geen geobsedeerd gedrag vertoont voor iets, dan is hij toe aan een grotere wandeling met meer prikk els. Bouw dit langzaam op zodat hij niet overprikkeld raakt. Geef hem thuis steeds de gelegenheid na een wandeling om zijn indrukken te verwerken door hem in de bench te leggen.