De addertandvis (in het Engels ´viperfish´) is een middelgrote diepzeevis. Dit geslacht is onderverdeeld in zo´n 27 bekende soorten waarvan de Sloane’s addertandvis de bekendste is.
Latijnse naam: Chauliodus sloani (Sloane’s addertandvis)
Lengte: 25 tot 60 cm
Gewicht: Tot 1,3 kg
Leeftijd: Tot 30 jaar
Beschreven: 1801 (Bloch & Schneider)
Vindplaats: Relatief warm water (In de diepten van Tropische zeeën)
Diepte: 100 – 2500 meter
Familie: Stomiidae
Soorten: 27
Leefomgeving
De addertandvis komt zowel in de schemerzone (+/- 500 m diepte) als in de bathypelagische zone (+/- 1000 m diepte) voor. Deze zones worden gekenmerkt door het weinige of helemaal géén zonlicht dat doordringt. Ook is de waterdruk er aanzienlijk hoog waaraan de addertandvis goed is aangepast. Tegen een snelle daling van de waterdruk is deze vis niet bestand. Het is daarom ook niet mogelijk om de addertandvis in aquaria te houden en hem nader te bestuderen. Hij overleeft het maar enkele uren. Hierdoor is er ook niet veel over het dier bekend.
Bouw van de addertandvis
De addertandvis ziet er op het eerste gezicht angstaanjagend uit. Deze diepzeevis is uitgerust met een relatief grote bek met vlijmscherpe naaldachtige tanden van verschillende lengte. Hij kan zijn kaak enorm ver opensperren waardoor het vangen van een vrij grote prooi gemakkelijker wordt. Zijn lange scherpe tanden dienen alleen maar als grijpinstrumenten, want deze vis kauwt zijn voedsel niet. Door de lange tanden is het niet mogelijk om zijn kaken dicht te klemmen. Het hart van de addertandvis bevindt zich tussen de beenderen van zijn onderkaak, wat een erg opmerkelijke plaats is. Zijn lichaam is als het ware een grote spijsverteringsbuis. De maag is in staat enorm uit te zetten. Hierdoor kan de addertandvis prooien inslikken die zelfs groter zijn dan hemzelf.
Lichtgevend
De adderandvis is uitgerust met lichtgevende organen langs de flanken. Deze stralen meestal een fraai violetkleurig licht uit, aangevuld met rode puntjes. Hierdoor valt hij op in het donkere water en kan hij prooien lokken. Addertandvissen kunnen erg variëren in kleur: zilvergrijs/donkerbruin/ donkergroen zijn de meest voorkomende kleuren.
Voedsel
Addertandvissen kunnen een lange tijd zonder voedsel; dit is ook wel nodig want hoe dieper in de oceaan, hoe minder leven er is. Het is een zeer gespecialiseerd roofdier met grote ogen die elke beweging kunnen waarnemen. Hij eet onder andere roeipootgarnalen, barracudina’s en plankton. Maar ook vissen van zijn eigen grootte. Het is één van de grootste jagers uit de diepzee.
Voortplanting
Er is erg weinig bekend over de voortplanting. Waarschijnlijk loost het vrouwtje de eitjes waarna het mannetje ze bevrucht. Paaien gaat het hele jaar door maar vind vooral plaats in de maanden januari tot maart. Jonge addertandvisjes zijn maar 6 millimeter als ze hun ei verlaten.
Jachttechnieken
Door zijn lichtgevende organen kan deze vis andere diepzee wezens aantrekken. Er loopt een lang uitsteeksel uit zijn rugvin waaraan een lichtgevend orgaan is bevestigd: een photophore. Deze kan gebruikt worden voor het lokken van kleine vissen, door het lichtje heen en weer te bewegen. Addertandvissen zijn zelf ook prooien van bijvoorbeeld draakvissen. dolfijnen of haaien. Overdag bevinden addertandvissen zich namelijk op een diepte van een paar honderd meter: Hier is meer eten maar zijn ook meer vijanden.