Ze zien er intrigerend, prehistorisch zelfs, uit. De baardagamen. Oorspronkelijk komen ze uit Australië waar ze op de savanne leven. Daar is het overdag erg warm en en in de nacht behoorlijk koud. Baardagamen zijn dan ook koudbloedige dieren. Toch zijn het redelijk gemakkelijk te houden dieren als je de leefregels goed volgt.
Omdat de baardagame een koudbloeding reptiel is zul je een terrarium moeten aanschaffen, en niet zo'n kleintje ook. Gemiddeld wordt een baardagame 60 tot 80 centimeter lang en leven ze het liefst als koppeltje (mannetje en vrouwtje). Een terrarium moet dus al snel 2 meter bij 1 meter zijn willen de baardagamen zich een beetje kunnen bewegen. De baardagamen zijn hagedissen en behoren bij de agaam familie. De helft van hun lichaam bestaat uit staart. Het zijn geen groepsdieren, als je twee mannetjes of twee vrouwtjes bij elkaar zet gaan ze vechten tot een van beide dood is. Als je er graag twee wilt dan moet het dus een koppeltje zijn.
Als je besluit om baardagamen aan te schaffen kun je die kopen bij een dierenwinkel of bij een gespecialiseerde winkel. Vaak worden jonkies zelfs gratis aangeboden op internet, maar pas daar mee op. De jonkies zijn enorm kwetsbaar en vergen een tijdrovende, speciale en intensieve verzorging. Jonkies worden sneller ziek en kunnen stukjes van hun staart verliezen. Hoewel een oudere baardagame een stuk duurder is weet je wel meteen dat je een gezond en onbeschadigd dier koopt. Als je deze dan ook nog van een gezin kunt overnemen weet je ook dat de dieren gewend zijn aan mensen.
Moet je zelf een terrarium aanschaffen let dan op de afmeting van het terrarium. Laat het liefst alles van glas, dan kun je het goed schoonhouden. Bij een losse achterwand bijvoorbeeld kunnen de voederdieren zich verstoppen. Op de bodem komt een laagje (vulkanisch) zand, dit houdt de warmte lekker lang vast. Zorg voor verschillende temperaturen in het terrarium door aan de ene kant een UV/warmtelamp op te hangen met een grote steen eronder, hierop kunnen de agamen zonnebaden en hun temperatuur op peil houden. Hang aan de andere kant een UV-lamp op voor 'zonlicht', dit is nodig voor de aanmaak van vitaminen in het lichaam. Deze lamp geeft geen warmte af en daardoor is het aan die kant iets koeler. In de zomer branden de lampen, op een tijdschakelaar, langer dan in de winter. In de zomer maximaal 12 uur. Richting de winter moet dit weer worden afgebouwd richting de 10 uur.
In het terrarium kun je een stuk schors rechtop zetten, hier klimmen ze graag in om te slapen. Voor beplanting kun je alleen plastic planten gebruiken omdat ze anders opgegeten worden door de agamen. Verder hebben de baardagamen een hele ondiepe stenen waterbak nodig, niet diep want baardagamen kunnen snel verdrinken. Omdat het water snel verdampt en vol zand komt moet je elke dag vers water geven. Ook moet je ze een paar keer per week sproeien, zo krijgen ze ook vocht binnen en vervellen ze gemakkelijker. Wat betreft de voeding zijn het in principe alleseters, maar de hoofdmoot moet uit vlees bestaan. Voor volwassen agamen zijn dat volwassen sprinkhanen, ongeveer 4 stuks per dag. Nestmuisjes, krekels, spinnen, kakkerlakken en ook wormen vinden ze ook erg lekker. Pas op dat de voederdieren geen angels hebben, dan kunnen de baardagamen er in stikken. Er bestaan ook brokjes voor baardagamen, maar omdat die niet bewegen vinden baardagamen ze niet uitdagend genoeg om te eten. Behalve insecten kan men ze eventueel wat kattenvoer uit blik geven, beweeg dit met een pincet heen en weer. Naast de sprinkhanen en wormen hebben de dieren ook groente en fruit en extra vitamines nodig. Bijvoorbeeld boerenkool, andijvie, appel, komkommer, maar geen plakkerig fruit zoals banaan, dat kan in hun keel blijven steken.
Zoals je leest moet je wel elke dag even tijd voor deze huisdieren hebben. Het voeren kun je met een pincet doen, dan eten ze uit de hand. Ze zullen niet snel bijten, behalve als ze zich bedreigd voelen. Met een pincet zullen zowel jij zelf als je huisdier zich minder bedreigd voelen. Als je baardagamen dit gewend zijn zullen ze meteen aan komen lopen als je met een bakje sprinkhanen voor het terrarium staat en het deurtje opent. Het verschonen van het zand doe je met een soort zeef of kattenpoepschepje. Je neemt een schep zand, zeeft het zand eruit en de viezigheid blijft over om weg te gooien. Dit moet je echt regelmatig doen.
Het uiterlijk van de baardagamen is erg intrigerend, ze hebben grote klauwen en lange nagels. De poten zijn erg sterk. Hiermee kunnen ze zich verdedigen, maar ook goed klimmen. Net als bij andere hagedissen valt hun staart eraf als je er hard aan trekt. Dat is erg handig in de natuur als een roofvogel een baardagame wil pakken. De staart valt er dan af en blijft nog een hele tijd bewegen ter afleiding. De staart is ook een vijfde poot, ze kunnen zich ermee vasthouden op een tak of op staan tegen een boom. Om de botten in gevangenschap stevig te houden moet je het eten met kalkpoeder en vitamine D3 bestrooien. De baardagamen hebben schubben, ze vervellen dan ook regelmatig. De baardagame kan zijn 'baard' opzetten en van kleur veranderen. Bijvoorbeeld bij gevaar, maar ook als hij of zij wil paren. Bij de man wordt de baard zwart en bij de vrouw oranje. Tesamen met de stekels kan het dier er dan gevaarlijk uitzien. Als je voelt dan merk je dat de stekels helemaal niet zo hard zijn, ze zijn alleen om vijanden af te schrikken. Het puntje van de tong van de baardagame produceert kleverige vloeistof waarmee ze een prooi kunnen vangen en vasthouden.
Als het mannetje wil paren wordt zijn baard zwart en schudt hij met zijn kop op en neer. Als het vrouwtje wil paren wordt haar baard oranje en zwaait ze met haar voorpoot. Tijdens het paren gaat het er heftig aan toe. Het mannetje bijt het vrouwtje erg vaak, probeert haar op haar zij te krijgen en zijn staart om haar heen te slaan. Als het vrouwtje is bevrucht legt ze na één maand haar eieren, deze graaft ze in in de grond. Ze legt in het wild ongeveer 10-20 eieren, in gevangenschap ongeveer 10 tot 30. Na het leggen graaft ze het gat weer dicht. In gevangenschap komen ze zelden uit, behalve als je de eieren op precies dezelfde manier in een broedstoof legt met speciaal substraat en een constante temperatuur en luchtvochtigheid. Bij 30 graden of meer worden vooral mannetjes geboren, bij 29 graden of minder voor vrouwtjes. In het wild duurt het ongeveer 90-96 dagen voor de eitjes uitkomen, in gevangenschap tussen de 55 en 75 dagen. De jonkies zijn maar een paar centimeter groot als ze uitkomen. Ze zijn dan erg kwetsbaar en moeten twee maal per dag worden gesproeid. Meerdere keren per dag worden gevoerd, speciale vitamines op hele kleine krekels en een klein laagje water.
Als het in huis warm genoeg is kun je de baardagame gerust eruit halen en tegen je aan houden, ze vinden het vervelend als ze geen houvast hebben. Ze kunnen dan ook los lopen, maar pas op dat ze niets kunnen eten wat niet goed voor ze is. Ze vinden het ook heerlijk om samen met je in de zon te zitten. Als ze warm zijn kunnen ze wel enorm hard lopen. Het zijn geen knuffeldieren. Sterker nog, je mag ze nooit (de kinderen laten) zoenen. Baardagamen hebben van nature salmonella bij zich, dus als je ze hebt aangeraakt altijd heel goed je handen wassen. Bij mooi weer kunnen ze ook naar buiten, uiteraard moeten ze dan niets verkeerd kunnen eten en niet kunnen ontsnappen of verdrinken. Voor kinderen die dit beseffen en met ouders die de verantwoordelijkheid dragen zijn baardagamen wel huisdieren.