blog placeholder

De basis van de democratische bestuursvorm zoals wij die kennen is in ±508 voor Christus geïntroduceerd door de Griekse staatsman Clisthenes. Het waren de Grieken die voor deze bestuursvorm het woord democratie samenstelden uit het Griekse woord voor volk “dèmos” en het Griekse woord voor heersen “krateo”. Het woord democratie dekte toen echter niet helemaal de lading. Het woord volk doet vermoeden dat iedere ingezetene van een kiesdistrict in die tijd recht had om te stemmen. Dit was echter geenszins het geval. Er waren een aantal groepen uitgesloten van stemrecht. Deze groepen waren de vreemdelingen*, de slaven*, de armen en de vrouwen. Het was dus eigenlijk een schijndemocratie omdat uiteindelijk driekwart van de bevolking was uitgesloten van stemming en de rijke mannelijke bovenlaag bepaalde wat er gebeurde.

het failliet van de democratie

* vreemdelingen: bij de vorming van eerste Griekse democratie werd de stadstaat Athene via een wel doordacht systeem op schijnbaar willekeurige wijze heringedeeld in nieuwe gemeenten. Iedere Attische burger moest zich direct na deze herindeling inschrijven in de nieuwe gemeente waar hij op dat moment in woonde. Zo verkregen de Attische burgers hun Atheense burgerrecht. Iedere niet Athener die na deze herindeling in een gemeente kwam women kon geen Atheens burgerrecht verwerven en bleef voor altijd een “metoik” oftewel een vreemdeling en kreeg dus ook nooit stemrecht.

*Slaven: een slaaf is iemand die wordt behandeld als zijnde het eigendom van iemand anders.

het failliet van de democratie

Directe democratie:

De eerste Griekse democratie was een zogenaamde directe democratie waarbij ieder beslissing rechtstreeks door de stemgerechtigden genomen werden. Deze democratie vorm werkte vlot omdat de bevolking niet zo groot was en doordat er bij de rijke stemgerechtigde bovenlaag meestal makkelijk een meerderheid was te vinden omdat ze over het algemeen ongeveer dezelfde belangen hadden. De belangen van de uitgesloten groepen werden daardoor niet echt verdedigd.

het failliet van de democratie

Liberale democratie:

Toen 2356 jaar later in het jaar 1848 na Christus ook in ons land de democratie werd ingevoerd besefte men dat de oude directe Griekse democratie niet werkbaar was in een land met zo veel inwoners. Ook wilde men alle bevolkingsgroepen* stemrecht geven daarom werd er gekozen voor een liberale of constitutionele democratie op basis van een grondwet die de gelijkheid van alle burgers garandeert.  Bij een constitutionele democratie kiest de bevolking, in principe om de vier jaar, een klein aantal vertegenwoordigers die door stemming de feitelijke besluitvorming uitvoeren.

 Ook in ons land werden de vrouwen echter in het begin ook uitgesloten van het stemrecht. Pas in 1922 werd onze grondwet gewijzigd en mocht ook vrouwen voortaan hun stem uitbrengen.

het failliet van de democratie

Het failliet van de democratie:

In het begin van de constitutionele democratie waren de gekozen vertegenwoordigers hoofdzakelijk mensen die uit de van oudsher betere kringen kwamen en een aantal die door hun hoge opleiding zich ook binnen de politieke partijen omhoog hadden gewerkt. Naarmate de constitutionele democratie echter langer bestond werden de vertegenwoordigers van het volk zelf ook steeds volkser. Dit werd door veel mensen gezien als een vooruitgang want zo werden hun belangen, in hun ogen, het beste behartigd. Dit is helaas niet zo. Steeds vaker blijkt dat de gemiddelde stemgerechtigde in Nederland inderdaad alleen voor zijn eigen belang kiest en niet voor het algemeen belang. Een constitutionele democratie kan echter alleen blijven functioneren als zowel de stemgerechtigden als hun afgevaardigden het eigenbelang ondergeschikt stellen aan het algemeen belang. Het opkomende populisme van de laatste jaren zal er daarom, als het op deze wijze door zal groeien, de oorzaak van zijn dat de constitutionele democratie failliet zal gaan.