blog placeholder

Bij het werken op de computer wordt in de meeste gevallen voornamelijk gebruik gemaakt van de muis. Het vertrouwde muisvormige verlengstuk van je pc of laptop (en je arm op dat moment), ingeplugt of ingebouwd in het geval van de laptop is bij iedereen wel bekend. Met uitzondering van bijvoorbeeld het intypen van teksten, waarbij beide handen meestal op het toetsenbord rusten en de ingebouwde laptop muis (het vierkante touchscreen onder het toetsenbord), ligt standaard één hand om de computermuis geklemt wanneer men achter de computer zit. Veel handelingen kunnen dan ook gemakkelijk worden uitgevoerd door de welbekende klik-klik bewegingen. Toch kan het gebruik van het toetsenbord in een aantal gevallen wel degelijk sneller en gemakkelijker (na een paar keer doen) zijn. Hoe? Door gebruik te maken van de zogeheten sneltoetsen, dit zijn combinaties van 1,2 of 3 toetsen waarmee je bepaalde handelingen in één keer kunt toepassen. Welke? In dit artikel staan een aantal van deze sneltoetsen beschreven, die je in ondere andere Windows Vista kunt toepassen. Handig? Lees en ontdek het zelf!

Om te beginnen

Je zet de computer aan en in dit geval Windows Vista wordt geladen. Om te beginnen met het vergroten van het gebruikersgemak van Windows Vista, staan hieronder een aantal sneltoetsen beschreven. Deze sneltoetsen bestaan uit 1 toets van het toetsenbord of een combinatie van toetsen, die tegelijkertijd moeten worden ingedrukt.

Een aantal standaard sneltoetsen voor onder andere Windows Vista

  • Om het menu Start weer te geven: Ctrl+Esc of het Windows sjabloon linksonder op het toetsenbord.

  • Om je computer te vergendelen: De toets met daarop het Windows sjabloon+L.

  • Om de filtertoetsen in- of uit te schakelen: De rechter Shift-toets 8 seconden ingedrukt houden.

  • Om hoog contrast in- of uit te schakelen: De linker Alt-toets+de linker Shift-toets+de toets waarop Print Screen staat.

  • Om de muistoetsen in- of uit te schakelen: De linker Alt-toets+de linker Shift-toets+de toets waarop Num Lock staat.

  • Om de plaktoetsen in- of uit te schakelen: De Shift-toets 5 keer indrukken.

  • Om de wisseltoetsen in- of uit te schakelen: De toets waarop Num Lock staat 5 seconden lang ingedrukt houden.

  • Om het Toegangkelijkheidscentrum te openen: De toets met het Windows sjabloon+U.

  • Om het bureaublad weer te geven: De toets met het Windows sjabloon+D.

  • Om alle vensters te minimaliseren: De toets met het Windows sjabloon+M.

  • Om alle geminimaliseerde vensters te herstellen: De toets met Windows sjabloon+Shift+M.

  • Om de vorige of een bovenliggende map te activeren: De Backspace toets.
  • Om een taak te annuleren: De Escape toets.
  • Om te schakelen in een item: De Tab toets.
  • Om een actief venster of Windows te sluiten: Ctrl+F4.

Een aantal sneltoetsen voor het werken met bestanden en mappen in ondere andere Windows Vista

Bij het werken met Windows Vista kom je vast en zeker bestanden en mappen tegen. Hierin kun je je bewerkingen opslaan, archiveren, etcetera. Hieronder staan een aantal sneltoetsen beschreven om het werken met deze bestanden en mappen wat gemakkelijker en sneller te maken.

  • Om een geselecteerd item te kopiëren: Ctrl+C.
  • Om een geselecteerd item te knippen: Ctrl+X.
  • Om een geselecteerd item te plakken: Ctrl+V.
  • Om alle items te selecteren: Ctrl+A.
  • Om een actie ongedaan te maken: Ctrl+Z.
  • Om naar het begin van het volgende woord te springen: Ctrl + Rechterpijl.
  • Om naar het begin van het vorige woord te springen: Ctrl+Linkerpijl.
  • Om een woord te selecteren: Ctrl + Shift + Linker/rechterpijl.
  • Om taakbeheer te openen: Ctrl + Shift + Esc.
  • Om een geselecteerd item te verwijderen en naar de prullenbak te verplaatsen: De toets waarop Del staat, dit is een afkorting voor het Engelse woord delete en betekent verwijderen.
  • Om een geselecteerd item te verwijderen zónder deze naar de prullenbak te verplaatsen, hierdoor kies je ervoor om dit item definitief te verwijderen en niet meer de kans te hebben om deze uit de prullenbak te halen en weer terug te plaatsen in één van je bestanden en/of mappen: Shift+Del.
  • Om de naam van een geselecteerd item te veranderen: F2.
  • Om meerdere items tegelijkertijd te selecteren in een venster: Shift+een pijltoets (een toets waarop een pijltje staat afgebeeld).
  • Om alle items in een venster te selecteren: Ctrl+Del.
  • Om te zoeken naar een bestand of map: F3 of de toets met het Windows sjabloon+F.
  • Om de eigenschappen van een geselecteerd item weer te geven: Alt+Enter.
  • Om de adresbalklijst weer te geven in Windows verkenner: F4.
  • Om de bovenliggende map in Windows verkenner te bekijken: Alt+de toets waarop een pijl naar boven staat afgebeeld.
  • Om de map met de naam Computer te openen: De toets met het Windows sjabloon+E.
  • Om de computers op het netwerk te zoeken: Ctrl+de toets met het Windows sjabloon+F.
  • Om de onderkant van een actief venster weer te geven: End.
  • Om de bovenkant van een actief venster weer te geven: Home.
  • Om een uitgevouwen (huidige) selectie samen te vouwen of om een bovenliggende map te selecteren: De pijltoets met het pijltje naar links.
  • Om de vorige map weer te geven: Alt+de pijltoets met het pijltje naar links.
  • Om een samengevouwen (huidige) selectie weer te geven of om de eerste submap te selecteren: De pijltoets met het pijltje naar rechts.
  • Om de volgende map weer te geven: Alt+de pijltoets met het pijltje naar rechts.
  • Om de standaard werkbald met Bestand en dergelijke te openen: De Alt toets.
  • Om een toepassing af te sluiten: Alt+F4.
  • Om te schakelen tussen geopende items in de volgorde, dat je ze geopent hebt: Alt+Esc.
  • Om het snelmenu weer te geven: Shift+F10.
  • Om het snelmenu voor een item te openen: Alt+ de Spatiebalk.
  • Om te voorkomen, dat een CD automatisch opstart: De Shift toets ingedrukt houden.

 

De F-toetsen gebruiken als sneltoetsen

  • De F1 toets:   Deze toets kun je intoetsen om de helpfunctie te openen.
  • De F2 toets:   Deze toets kun je intoetsen om een bestand te hernoemen.
  • De F3 toets:   Deze toets activeert de zoek functie.
  • De F4 toets:   Deze toets opent de adresbalk in Internet Explorer.
  • De F5 toets:   Deze toets kun je intoetsen om de pagina te vernieuwen.
  • De F6 toets:   Deze toets is voor het schakelen tussen vensters.
  • De F10 toets: Deze toets is om het bestand Taakbalk te activeren.