Printen op papier is heel normaal. Maar daarnaast komt ook het 3D-printen snel op. Het afdrukken van ruimtelijke voorwerpen. Hoe werkt zoiets?
Afdrukken
We zijn er al jaren aan gewend dat we met behulp van een printer tekst en afbeeldingen op papier kunnen krijgen. Verschillende technieken zijn daarbij langs gekomen. Aanvankelijk werd er vooral gewerkt met matrixprinters, waarbij printnaaldjes onder veel geraas tegen een afdruklinten tegen het papier werden gedrukt. Tegenwoordig zie je vooral inktprinters en laserprinters, die hun afdruktaken gelukkig heel wat stiller in orde maken.
Nieuwe ontwikkelingen: 3D
Afdrukken op papier is bekend. Maar de laatste jaren is er een nieuwe mogelijkheid gekomen: het printen van ruimtelijke objecten. We noemen dit ook wel: 3D-printen. Deze nieuwe techniek wordt steeds populairder en voordeliger, waardoor het voor steeds meer mensen binnen de financiële mogelijkheden past.
Hoe werkt dat?
Voor je iets in 3D kunt uitprinten, moet je zorgen voor een goed 3D-ontwerp. Dat kan ofwel door het maken van een nauwgezette 3D-scan, ofwel door een ontwerp in een 3D-tekenprogramma. De laatste mogelijkheid ligt het meest voor de hand voor de meeste particulieren. Het tekenprogramma biedt je de mogelijkheid om een preview te bekijken, zodat je het gemaakte object op het scherm eerst van alle kanten kunt bestuderen. Als alles in orde is kan het 3D-printen beginnen. Twee kunststof componenten worden laagje voor laagje in heel kleine druppeltjes opgespoten. Zodra de twee componenten met elkaar in aanraking komen vindt een scheikundige reactie plaats, waardoor het materiaal hard wordt. Dan kan het volgende laagje geprint worden, en dat gaat zo verder tot het hele voorwerp is geprint. Om te voorkomen dat een object omvalt tijdens het printen, worden vaak extra randjes in het ontwerp meegenomen, die er na afloop vanaf gehaald kunnen worden. De 3D-techniek maakt het vervaardigen van allerlei voorwerpen mogelijk en de techniek wordt dan ook op steeds grotere schaal gebruikt, ook in de industrie.