Altijd al willen weten hoe je een computer programma maakt? Dan zit je hier bij het goede adres, ik ga de basis uitleggen van de programmeertaal c++, c++ is een object georienteerde taal. Dat betekent dat alles in een stuk code wordt bekeken als een object. Laten we beginnen.
Hoe werkt c++:
C++ heeft een syntax, dit betekent dat je c++ code schrijft met bepaalde regels, houd je je niet aan die regels dan zullen er fouten optreden, dan kan je programma niet worden uitgevoerd. Als je een code schrijft moet deze gecompiled worden door een compiler dit houdt in dat de code wordt omgezet in machinetaal. Nu hoor ik u denken: “waarom programmeer ik dan niet in machinetaal?”. Nou, omdat machinetaal (bijna) onmogelijk is om te schrijven. C++ is zo vereenvoudigd dat het valt te begrijpen.
Voorbereidingen:
Ik raad je aan om visual c++ te gebruiken, dit is software van microsoft. Het is een zogenaamde IDE. Hierdoor wordt het schrijven van code wat makkelijker gemaakt. Er zit een comiler ingebouwd zodat je je programma meteen kan uitvoeren. Download link:klik hier
Je eerste code:
- start visual c++.
- klik op file, links boven in.
- new -> project.
- selecteer win32 console application.
- Voer een naam en als u wilt een opslag locatie in.
- klik op next, selecteer empty project en klik op finish.
Nu is een project aan gemaakt, wat we nu moeten doen is een bestand aan het project toevoegen.
Als het goed is zie je aan de rechterkant van het beeldscherm een meu met de naam solution explorer, daaronder staan de mapjes:
- header files.
- resource files.
- source files.
- Klik nu met de rechter muisknop op source files.
- Add -> new item.
- Selecteer c++ file, en voer een naam in.
- Druk op add.
Nu zie je een leeg bestand.
Kopieer dit stuk code naar het bestand(alle code is onderstreept):
#include
using namespace std;
int main()
{
cout << “Hallo iedereen!”;
cin.get();
}
Om het te compilen en uit te voeren druk je op het groen pijltje/driehoekje (onder help). Dan zie je dat er “Hallo iedereen!” komt te staan. Ik zal de code per regel verklaren.
#include : Dit is een voorgeprogrammeerd c++ bestand, dit heb je nodig voor een console application.
#using namespace std:voor de standaar library.
int main(): Dit is de main functie, waar het programma start dus.
cout << “hallo iedereen!”: cout is een object dat tekst op het scherm zet, << is de operator van cout. Tekst moet tussen haakjes (“”), dit hoeft niet bij cijfers. cout << “hoi b” << 100; is ook mogelijk. Je ziet dat de opdracht is afgelsoten met ;, dit moet bij elk object.
cin.get(): Wacht op invoer van de gebruiker, haal het er maar eens weg en zie wat er dan gebeurt.
{}: geeft het begin en het einde van een functie aan.
Variabelen, invoer en rekenvaardigheden:
Wat zijn variabelen: variabelen zijn net zoiets als geheugen cellen, je kunt er gegevens in opslaan.
Er zijn verschillende soorten variabelen, variabelen waarin je getallen kunt opslaan, of een teken in kan opslaan, of een hele tekst in kan opslaan, ook is er een boolean, die kent maar twee waarden: true of false. We beginnen met de getallen. De standaard variabele type voor een getal is int(integer). Een variabele maken kan op verschillende manieren. Je kan eerst een variabele declareren: je zegt wat voor type variabele het is en geeft nog geen waarde, syntax int cijfer; daarna kun je hem initialiseren: cijfer=10; maar het kan ook allebei in een regel, syntax: int a = 11; int staat voor het type variabele, a is de naam van de variabele, geef een variabele een logische naam en maak geen 2 variabelen met dezelfde naam. Variabelen schrijf je op het scherm zonder “”.
variabele type hele getallen:
- short int, short naam=1;
- int, int naam=1;
- long int, long naam=1;
- float, float naam=1.1;
- double, double naam=1.1;
- +, telt op. int getal = 4+8; of cout<< 8+4;
- -, aftrekken.
- *, vermenugvuldigen.
- /, delen.
- +=, getal voor de is + het getal wat er na komt: bv. int a=10; a += 5;
- -=, getal voor de = min getal erna.
- *= idem.
- /= idem.
- % modulo.