Na mijn studie ICT niv2, heb ik veel geleerd over de communicatie van computers. ICT staat voor informatief communicatie techniek. er zijn vele sectoren in deze branche. enkele voorbeelden zijn: Netwerk beheer, Applicatie ontwikkeling/modificatie, Helpdesk medewerker/technische ondersteuning, Web design, en nog veel meer.
Om te beginnen zul je eerst moeten begrijpen wat communicatie is. Het communicatie model is een prima voorbeeld om te late zien wat communicatie nou precies is!
Het ziet er als volgt uit:
- Zender.
- Boodschap.
- Ontvanger.
voorbeeld: ik zeg(zend) hoi(boodschap) tegen jan(ontvanger). jan geeft mij feedback dus zegt(zend) hoi(boodschap) terug tegen mij(ontvanger).
In een computer gebeurd ditzelfde, maar dan in de vorm van 1-en(open) en 0-en(dicht).
Deze enen en nullen worden bits genoemd. Plaats er 8 van achter elkaar, en je hebt een byte! Plaats 1000 bytes achter elkaar, en je hebt een kilobyte. en zo verder..
Informatie in een computer bestaat uit ENEN en NULLEN.
Het begint bij de CPU(central processing unit)/CVE(centrale verwerkingseenheid). deze hypermoderne chip staat centraal voor de communicatie van alle componenten die aan zijn gesloten op de computer. Alle communicatie begint bij de CPU.
De CPU staat via de northbridge(chip) in directe verbinding met de RAM(random acces memory) geheugen, en de video interface.(videokaart die verwerkte informatie van de cpu omzet in zichtbare informatie voor de gebruiker). Het RAM geheugen fungeert als een werkruimte op je bureau. Hoe meer je op je bureau zet, hoe minder ruimte je over houdt. Alles wat je ziet op het scherm is tijdelijk opgeslagen vanuit je harde schijf(HDD) in je RAM geheugen. Dus hoe meer programma’s je open hebt staan, hoe minder snel je computer wordt.
Zodra de User interface(computer gebruiker) de muis beweegt om ergens mee te beginnen, stuurt de muis informatie naar de CPU welke kant hij op gaat. en wanneer je dubbel klikt op een pictogram op je bureaublad, geef je door middel van de muis een opdracht aan de CPU om een programma te openen, foto’s te bekijken, internet te openen, en dergelijke. dit wordt dan in je RAM geheugen opgeslagen.
Bij een computer heb je te maken met Input/Invoer en Output/Uitvoer hardware(apparaten).
Enkele voorbeelden zijn:
Input:
Muis, Toetsenbord, CD/DVD-rom.
Output:
Beeldscherm, Printer, Boxen/geluid.
Al deze componenten communiceren via de CPU met elkaar!
Dit was de basis van informatieve communicatie.
Tip: zoek op google voor plaatjes van een moederbord om te zien wat waar zit, Ga nooit zelf zonder enige voorkennis sleutelen aan elektronische apparatuur!!!