nagellak

Nagellak kan glimmend, glitterig of mat zijn, dat is hoe veel mensen verschillende afwerkingen (finishes) typeren. Maar er zijn er veel meer. In dit artikel behandel ik 20 verschillende finishes die je kan tegenkomen bij nagellak.

Een finish is de afwerking van een nagellak, en naast de kleur van de lak is de finish erg belangrijk. Om de dekking te omschrijven gebruiken we de woorden sheer (doorschijnend) en opaque (dekkend) Zie hier de 20 bekendste finishes!

Creme: Dit is toch wel de meest bekende finish. Cremelakjes hebben geen speciale toevoegingen. Ze zijn glitter- en shimmerloos maar niet saai, ze zijn mooi glad en glanzend en dekken vaak al in één laagje.

Jelly: De jellyfinish is de ‘natte’ variant op de cremefinish. Jelly nagellak is extreem glanzend en heeft echt het uiterlijk van een puddinkje. De lak is meestal sheer en dekt dan pas volledig na drie á vier laagjes.

Shimmer: Shimmertjes zijn eigenlijk minuscule glittertjes. Glitter licht meer ‘op’ de nagellak, shimmer zit er ‘in’.

Glass flecked: Glass flecked lakjes bevatten glitters die er uit zien als stukjes glas, een soort kruising tussen flakies en glitter. Ze zijn vrij zelfzaam.

Neon: Nagellakjes met een neonkleur hebben vaak een eigen finish. Deze is semi-mat, te vergelijken met een satin finish.

Frost: Een frostfinish is een hele fijne shimmerfinish met duidelijk zichtbare kwaststreepjes. Je ziet dus dunne lijntjes in je nagellak lopen.

Pearl: De finish van pearl nagellakjes in gelijk aan die van frost lakjes, maar met een parelmoeren glansje.

Metallic: Metallic nagellak heeft het uiterlijk van metaal. Met shimmer, maar niet extreem glanzend.

Foil: Foil lakjes zijn eigenlijk metallic lakjes met kleine glittertjes toegevoegd, maar toch voelen ze heel glad. Ze glimmen meer dan metallic nagellakjes.

Glitter: Deze spreekt voor zich: nagellak met glitter. De glitters voel je vaak zitten dus een laagje topcoat is nodig om de oppervlakte glad te maken. Glitternagellak is lastig te verwijderen.

Shape glitter: In nagellak met een shape glitter finish zitten kleine figuurtjes van een soort alluminiumfolie. Dit type nagellak is meestal doorzichtig.

Matte: Matte nagellak is compleet mat, zonder glans. Matte nagellak droogt heel erg snel en dit maakt het moeilijk om matte lakjes gelijkmatig aan te brengen.

Satin: Een satin finish lijkt op een matte finish, maar is net iets glimmender.

Suede: Nagellak met een suede finish bevat shimmer, maar is de finish is mat, wat voor een speciaal effect zorgt, omdat de shimmer niet glimt.

Holografisch: Holografische lakjes bevatten glitters met regenboogkleuren, die van kleur veranderen door lichtreflectie.

Duochrome: Deze nagellak is tweekleurig, afhankelijk van lichtreflectie zie je één of beide kleuren.

Flakies: Flakies zijn platte schilferachtige deeltjes. Deze deeltjes weerkaatsen licht en zijn vaak duochrome. Lakjes met een flakies finish worden vaak gebruikt over andere lakjes heen, omdat ze meestal een lichte basis hebben.

Iridiscent: Iridiscent lakjes lijken op duochrome lakjes, maar het verschil is dat de overgang tussen de twee kleuren niet duidelijk is. Je ziet een basiskleur met daarin (vaak in het midden van je nagel) een lichtere kleur.

Sheer: Sheer nagellak heeft bewust een onvolledige dekking, zodat je je de witte randjes bovenaan je nagel kan blijven zien. (Denk aan french manicure)

Water: Een waterfinish lijkt op een jelly, maar is iets meer sheer.