blog placeholder

Je auto-rijbewijs heb je waarschijnlijk al. Maar je wilt af en toe ook eens iets anders. Al eens aan een motor-rijbewijs gedacht?

Je ziet het vaak genoeg met mooi weer. Hele colonnes met motoren komen ronkend voorbij. En neem het ze eens kwalijk… Er is niks heerlijker dan de zon in je gezicht en de wind in je haren. Een echte biker snapt, waarom een hond met zijn kop uit het auto raampje hangt.

Je besluit om motor-rijlessen te nemen. Vraag ten alle tijden eerst eens een proefles aan. Veel rijscholen doen dat en het is voor jou ideaal om het motorrijden te ontdekken. Deze proefles is meestal 2 uur en rond de 40 à 50 euro. In de proefles krijg je van alles te doen. Je begint met gewoon even rond rijden, om aan de motor te wennen. Daarna begin je met een paar oefeningen.  Die oefeningen zijn de bijzondere verrichtingen. Er zijn 4 clusters met een aantal oefeningen per cluster. (Hier onder volgt een beknopte uitleg van de oefeningen. Veel meer informatie verwijs ik jullie door naar: http://www.cbr.nl/brochure/rijvaard906.pdf)

Cluster 1:  Achteruit parkeren. Je loopt met de motor aan de hand en rolt deze achteruit het parkeervak in.

Cluster 2:  De langzame slalom. De pylonnen staan 3 meter uit elkaar en jij slalomt er tussendoor, stapvoets.
                  Wegrijden uit het parkeervak. Je rijdt weg uit een parkeervak en draait, na aanwijzing van de examinator, links of rechts de weg op.
                  Denkbeeldige 8.  In een vak van 6 bij 12 meter moet je een denkbeeldige 8 maken met de motor. 
                  Stapvoetsrijden.  Over een afstand van 20 meter, moet je stapvoets naast de examinator blijven rijden. Zonder om te vallen natuurlijk.
                  Het U bochtje.  In een zelfde vak als het denkbeeldige 8tje maak je ook een U bocht. Deze oefening is te vergelijken met keren op de weg. Alleen maak je met de motor, de beweging in 1 keer.

Cluster 3:  De uitwijk oefening. De naam spreekt voor zich.
                  De snelle slalom.   Ook deze spreekt voor zich.
                  De vertragingsoefening.  Binnen 55 meter moet je 50 km per uur rijden en in de 3e versnelling. Bij het 2e poortje rem je af, tot ongeveer 30 km per uur en schakel je minimaal 1x terug. Daarna maak je nog een kleine slalom om 3 pylonnen.

Cluster 4: Noodstop. De naam zegt al veel. Je komt aanrijden met 50 km per uur en zodra je door het poortje rijdt, rem je zo snel mogelijk af. Je hoeft niet terug te schakelen en het is de bedoeling dat je de controle niet verliest.
                 Precisie stop.   Weer kom je aan met 50 km per uur en rij je door een poortje. Nu is het van belang, dat je de motor dusdanig geleidelijk aan laat remmen, dat je 17 meter verder pas stil staat. Je moet terug geschakeld hebben in de 1 en de controle niet zijn verloren.
                  Stopproef.  De stopproef is de laatste. Met deze proef laat je zien, dat je geleidelijk aan, maar wel directer kan stoppen dan met de precisiestop. Maar niet zo hard als de noodstop.

Het zijn 12 oefeningen waarvan: Achteruit parkeren, Langzame slalom, Uitwijkoefening en de Noodstop verplichte oefeningen zijn. Je krijgt er in totaal 7 op je examen. Voor iedere oefening krijg je eventueel een herkansing. Mocht je 5 van de 7 gehaald hebben, dan ben je geslaagd. MAAR!! De 2 oefeningen die je fout hebt gedaan, mogen niet in hetzelfde cluster zitten. Heb je er 2 fout uit 1 cluster, dan ben je gezakt. Overigens is het niet erg, als je een verplichte oefening fout doet.